Armoede in Schagen 1851-1918
bron: gemeenteverslagen 1851-1927 Marjorie Pigge
10-21.30 uur
Net als in de meeste andere Nederlandse gemeenten was de noodsitua
tie van de lagere volksklasse in Schagen in de eerste helft van de 19e
eeuw zeer groot. In 1843 was er een ekonomische krisis, terwijl de kou
de winter van 1844-1845 ernstige gevolgen had voor de armen. Tot
overmaat van ramp heerste er in 1845 een aardappelziekte, waardoor
de aardappeloogst van dat jaar mislukte. In 1847 mislukte de
roggeoogst en waren er zelfs hevige hongeroproeren in Groningen en
Friesland, waarbij het leger gewapend optrad. Steeds meer mensen
waren afhankelijk van de armenzorg.
00-12.00 uur De armenzorg was lokaal georganiseerd en in handen van burgerlij
ke, kerkelijke en partikuliere instellingen van weldadigheid. De bur
gerlijke armenzorginstellingen hadden een band met de lokale over
heden. De meeste partikuliere instellingen hadden een groot voorzie
ningenpakket, maar daarnaast bestonden er ook kerkelijke of parti
kuliere instellingen die een bijzonder doel nastreefden of die op speci
fieke groepen waren gericht en bijvoorbeeld alleen warme maaltijden
en kleding of brandstof verstrekten.
In 1851 woonden er 31 wezen en bejaarden in de twee gestichten die
w-21.00 uur Schagen rijk was, terwijl daarnaast nog eens 307 huiszittende armen
werden bedeeld door de verschillende armbesturen. Dat jaar woonden
er bijna 2100 mensen in Schagen. Een flink deel van de bevolking, om
precies te zijn 16%, had dus op de een of andere manier te maken met de
armenzorg. Dit was ook in de daaropvolgende jaren het geval. Daar
naast was een grote groep die dan wel geen beroep op de armenzorg
hoefde te doen, maar toch ook arm was.
10-21.00 uur
ekje
00-12.00 uur