"EEN EEUW SCHIPPEREN"
Lezing door de auteur van het gelijknamige
boek, ons medelid Herman Lambooij,
op
1 oktober 1991
's avonds om 8 uur in het "Oude S/ot"
3
Het is niet verwonderlijk, dat kort na 1824 in West-
Friesland de discussie begon over eigen kanalen. De
Westfriese marktplaatsen merkten toen immers pas goed
dat ze buiten de route lagen. Was het voor grote zee
schepen aangelegde Noordhollands Kanaal immers niet
precies buiten de Omringdijk (door de Zijpe) gehouden en
diende het niet voornamelijk de belangen van Amsterdam,
Alkmaar, Purmerend en Den Helder?
In 1850 begon de plannenmakerij die met horten en
stoten bijna een eeuw zou voortduren. Plannen over een
vaarverbetering door de Omringdijk heen, die als een
"Chinese muur" het welvarende West-Friesland in de ban
hield. Een discussie waaraan in eerste instantie de ge
goede burgerij en actieve gemeentebesturen van Schagen
en Hoorn deelnamen. Men zocht hoe dan ook verbinding met
de buitenwereld via het Noordhollands kanaal.
Het provinciaal bestuur van Noord-Holland dat de plannen
had moeten realiseren nam doorgaans een afwijzende hou
ding aan. Ook toen de Westfriese kanaalvereniging, door
meester Willem Kloeke in 1890 te Schagen opgericht, die
meteen een oost-westverbinding Stolpen-Enkhuizen
bepleitte, de krachten van de burgerij was gaan bunde
len. Ook toen in Alkmaar de invoedrijke eigenaar van
o.m. de Alkmaar Packetmr. W.C. Bosman, zijn schouders
onder de kanaalplannen was gaan zetten. De problemen met
Haarlem waren zelfs nog niet opgelost nadat de interna
tionaal befaamde dr. C.J.K. van Aalst voorzitter van de
Westfriese Kanaalvereniging was geworden.
Het kwam op een gegeven moment tot een stevige aanvaring
van de burgerij met het provinciaal bestuur.
Pas toen in de jaren 1920 en 1930 in het kader van breed
opgezette infrastructurele verbeteringen de provincie
het initiatief overnam kwam (een deel van) het kanalen-
project tot uitvoering: de kanalen Stolpen-Schagen-Kol-
horn en Kolhorn-Alkmaar (Omval) werden tussen 1934 en
1942 gegraven. Ze waren niet alleen voor de scheepvaart
van belang maar bleken ook voor de waterhuishouding van
grote betekenis.
Echter bleek al rasdat het verkeer over de weg de
toekomst zou krijgen
F. Timmer