DE HEERLIJKHEID SCHAGEN Fred Timmer deel 1 13 Inleiding Vanaf 1427 tot zeker 1795 is Schagen een "heerlijkheid" geweest. Samen met BarsingerhornHaringhuizen, Kolhorn en later Burghorn, maakt het deel uit van het zgn. leen goed van Willem de bastaard van Holland en zijn nazaten. Juridisch is het gebied niet het eigendom van deze fami lie Van Beieren van Schagen, zoals zij zich gaan noemen. Zij hebben het in een "onversterf elijke leen" van de graaf van Holland die de officiële eigenaar blijft. Het leengoed is echter wel vererfelijk, zodat het binnen de familie blijft, en in de praktijk is de Heer van Schagen ook werkelijk heer en meester. In vrijwel alles is voor de bewoners van de heerlijkheid de invloed van de Heer merkbaar: hij moet zijn goedkeu ring geven aan alle keuren en maatregelen die stads- en polderbestuur willen uitvaardigen, hij heeft de beslis sende stem in alle benpemingen in publieke functies, ook als het gaat om de pastoor, de dominee, de notaris of de vroedvrouw, en ze zijn hem op allerlei manieren schat- en dienstplichtig. Het is begrijpelijk dat deze onafhankelijke situatie zo af en toe heeft gezorgd voor spanningen en botsingen tussen de Heren en Vrouwen van Schagen en met name het stadsbestuur. Zo zelfs, dat het Hof van Holland de no dige keren recht heeft moeten spreken. Vooral dit laat ste college is er voortdurend op uit meer bevoegd- heden en meer vrijheden naar zich toe te trekkenen vindt tekens weer de Heer tegenover zich. Niemand kan de Heren van Schagen verwijten dat zij zich niet betrokken hebben gevoeld bij de gang van zaken in hun gebied.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1992 | | pagina 15