9
De aanleg van de spoorlijn
Alkmaar/Den Helder, evenals de
bouw van de spoor"woningen
aan de stationsweg verschafte
veel werk.
hoeftigen ook buiten de vlasinrichting werk. De gemeente breidde in
deze jaren snel uit. Er werden veel woningen gebouwd en de gracht
tussen de hoge- en de lage zijde werd gedempt over een lengte van 213
meter, waardoor de gemeente, zoals het gemeentebestuur vaststelde,
"aldaar zeer verfraaide, en bij verbeterde passage, een uitmuntend
plein werd verkregen". Dit leverde veel werkgelegenheid op en er was
weinig of geen armoede, 's Winters werd door partikulieren veel werk
van allerlei aard verschaft.
Vanaf 1881 werden de gevolgen van de agrarische krisis merkbaar en
kwam er een einde aan de gunstige ekonomische omstandigheden. De
toestand van de behoeftige klasse verslechterde daardoor. De alge
meen gedrukte toestand van nijverheid, landbouw en handel had een
nadelige invloed op de uitvoering van verschillende werkzaamheden,
zoals het bouwen en vernieuwen van huizen en daardoor ook op de
werkgelegenheid voor de ambachtslieden en de dagloners. (Pas hal
verwege de negentiger jaren was de ekonomische situatie weer zoda
nig verbeterd dat de uitbreiding van de gemeente kon worden hervat.)
Het aantal bedeelden steeg weer, zeker toen eind 1882 de vlasinrichting
van de hervormde gemeente werd opgeheven. Het beroep op de particu
liere liefdadigheid nam toe en de verschillende armbesturen onder
steunden de behoeftigen naar vermogen. Hoewel de situatie in Scha-
gen in toenemende mate kommervol en zorgelijk werd genoemd, was
het gemeentebestuur van mening dat de armoede in andere gemeenten
over het algemeen nog veel groter dan in Schagen was.
In deze zorgelijke jaren werd de werkverschaffing door de gemeente
en door partikulieren krachtig bevorderd. De werkzaamheden beston
den uit het rooien van bomen, het egaliseren van wegen, het reinigen
van riolen en straten, sneeuw opruimen, veldarbeid en dergelijke. In
1893 werd hiervoor 1200 uitgetrokken. Het grootste deel van dit be
drag, te weten 1000, werd door partikulieren betaald. De rest droeg de
gemeente bij. Er werd een commissie voor werkverschaffing opge
richt, die ervoor zorgde dat vele behoeftigen enkele dagen bij partiku
lieren werk vonden.
Een omslag in de ekonomische situatie kwam in het jaar 1895. De toe
stand van de behoeftigen was in de drie eerste maanden van het jaar
nog ongunstig en velen hadden met armoede te kampen, maar in de
laatste maanden van het jaar en de eerste maanden van het daarop
volgende jaar was de toestand veel beter.