handel
ambachten
onderwijs
17
De handel in runderen en schapen op de donderdagse markt was minder le
vendig dan in 1891, die in de overige veesoorten bleef stationair. De aan
voer van paarden, veulens, runderen, nuchtere kalveren, schapen en biggen
was groter, die van de overige veesoorten kleiner dan in 1891. De prijzen
waren van alle veesoorten lager dan het vorig jaar. Vee en wol werden
naar het buitenland, vooral Engeland, Frankrijk, Duitsland en België, ge
ëxporteerd. Herkomst: uit Schagen en de naburige gemeenten.
De ambachten die in Schagen werden uitgeoefend waren voornamelijk tim
meren, metselen, smeden, kleermaken, schoenmaken en broodbakken. Geen
van deze werkzaamheden werd op grote schaal uitgevoerd. De omvang
van de ambachtsnijverheid was afgestemd op de plaatselijke behoefte en
er werden dan ook geen produkten van deze sektor buiten de gemeentegren
zen verhandeld. Het boerenbedrijf was hoofdzaak.
[Schagen telde in 1891 een sigarenfabriek, een gasfabriek, een fabriek voor ma
chinale houtbewerking en drie kaasfabrieken. Hoewel het gemeenteverslag van
1892 dit niet vermeldt, mogen we aannemen dat deze fabrieken er ook in 1892
waren.]
De kleinste kinderen konden naar een van de twee bewaarscholen worden
gestuurd. Er was een bewaarschool van het Departement Schagen van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen die in 1892 105 leerlingen telde en
een bewaarschool van de Hulpvereeniging der Zusters van Liefde te Til
burg: de Sint Aloysius bewaar-, brei- en naaischool, die door 50 leerlingen
werd bezocht. De bewaarschool en de huisvlijtschool van de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen werden door de gemeente gesubsidieerd.
Er waren in Schagen twee scholen voor gewoon lager onderwijs: de openbare
gemeenteschool (waar ook onderwijs in de Franse taal werd gegeven) en de
rooms-katholieke parochiale bijzondere school. Op de gemeenteschool ga
ven een hoofdonderwijzer, acht hulponderwijzers en een hulponderwijzeres
les aan 301 leerlingen. Op de in 1871 gestichte bijzondere school hadden
een hoofdonderwijzer en twee hulponderwijzers 108 leerlingen onder hun
hoede.
Gemiddeld zaten er op de gemeenteschool 30 leerlingen in één klas, op de
katholieke school 36. Meer dan de helft van alle leerlingen, 219 om precies
te zijn, genoot kosteloos onderwijs, aangezien hun ouders te arm waren om
het schoolgeld te betalen.
Voor kinderen ouder dan 14 jaar waren er twee herhalingsscholen, een
openbare en een katholieke, waarin in de wintermaanden door twee hoofd
onderwijzers en drie hulponderwijzers onderwijs werd gegeven aan 25 kin
deren.
Sinds 1875 bestond er een door de afdeling Schagen en Omstreken van de
Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst opgerichte bouwkundige te-
kenschool. Deze door de gemeente gesubsidieerde school had in 1892 twee
leraren en werd door 40 leerlingen bezocht.
De zangschool van het Departement Schagen van de Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen had 62 leerlingen. Het onderwijs aan deze school werd een
maal per week gegeven. Een maal per jaar gaven zij bewijzen van de ge
maakte vorderingen op een van de departementale vergaderingen.