Over nog een half huis gesproken. 14 In het leenregister van de Heren van Schagen komen een aantal leenbrieven voor die allemaal hetzelfde pand be- ,r r Zie ook het artikel over het "Proces trerxen: - - f verbaal van grensscheiding" in het Een huis en Erve staande en leggende met het voorste gedeelte in de Jurisdictie van de Heerlijkheid St. onder art 'u Kakelepost- Maarten en het agterste gedeelte in de Heerlijkheid h t aarten' wordt h'er Burghorn, belend de Melksloot van Burghorn ten Oost en on er 9enoemd- Gerrit Schoenmaker ten Zuydengeapproprieert tot een herberg te houden Deze zelfde tekst wordt vijf maal gebruikt, telkens gevolgd door een andere naam, te weten achtereenvolgens: - Pieter Adriaanszvan St. Maarten, 8 oktXVII en 5; - Jacob Nes van Broek op Langendijken Pieter Jacobsz. van Dijk van St. Maarten, 25 july 1729; - Reyer Jansz. Coneynebergh van St. Maarten, 28 febr. 1744 - Hendrik Roelofszvan den Bruggen van Dirkshorn5 apri 1 1764 - Abraham Nottelman van St. Maarten, 28 december 1776. Opvallend is dat hier sprake is van een pand dat gelegen is op de grens van twee heerlijkheden. Dit betekende in ieder geval dat er, in geval van problemen, juridische complicaties op konden treden, omdat zowel St. Maarten als Burghorn hun eigen rechtsgang hadden. Blijkbaar was dit geen bezwaar om voor dit pand tot vijf maal toe een tapvergunning af te geven. Bron: Archief van de Heren en Vrouwen van Schagen, RAH inv. 133 nr. 168. F. Timmer

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1992 | | pagina 16