13
Docenten: dr. H. Brokken,
rijksarchivaris (tot 1990 in Z-H),
C. Bol ten en H.J. Metselaars,
chartermeesters en J. Terra, hoofd
sector kaarten en prenten.
LokatieRi jksarchief Noord- Ho 11 and
Duur: 6 zaterdagen 10.00-12.00 uur
Data: 7,H,21,28 maart, 4,11 april
Kosten: f75,-- (incl. cursusboek)
CURSUSAANBOD STICHTING REGIONALE GESCHIEDBEOEFENING NOORD-HOLLAND
VOORJAAR 1992
Bronnen voor lokale en regionale geschiedenis m het Riiksarcnief in Noord-Holland
Deze cursus laat zien weike bronnen het Rijksarchief heeft voor het onderzoek naar de
geschiedenis van een plaats of streek. Aandacht zal worden besteed aan:
- de bibliotheek, die vrijwel alles bevat wat er aan publicaties over Noord-Holland is verschenen
II les)
- de topografische atlas, die bestaat uit prenten, tekeningen, kaarten, plattegronden en foto's
van alle plaatsen in Noord-Holland (1 les)
- archieven voor zover deze plaatselijke gegevens bevatten; hierbij zullen ook ter sprake komen
die archieven in het Rijksarchief in Zuid-Holland waarin zich gegevens bevinden over Noord-
Holland (totaal 4 lessen).
Aan de cursisten zal een cursusboek worden uitgereikt.
Ontdekkingsreis naar het verleden
Hoe leefden onze voorouders, waar werkten zij, wat leerden ze op school? Wie woonden er
vroeger in ons huis, hoe zag ons dorp er een eeuw geleden uit? Dergelijke vragen kan men
proberen op te lossen door een historisch onderzoek te verrichten. Maar hoe moet zoiets
worden aangepakt? Waar bevindt zich de informatie die kan leiden tot een antwoord op
dergelijke vragen? Met deze cursus wordt getracht een oplossing te geven.
Docent: K. Bossaers
Lokatie: gemeentearchief Zaanstad
Duur: 8 avonden, 19.30-21.30 uur
Aanvang: maart 1992
Kosten: 100,--
De cursus omvat een inleiding tot het verrichten van onderzoek op het gebied van de lokale en
regionale geschiedenis. De nadruk zal liggen op de methode en de systematiek van historisch
onderzoek. Aan de orde komen: het formuleren van een vraagstelling, het zoeken naar
bestaande literatuur en archiefmateriaal, het omgaan met bibliotheken en archieven, het gebruik
van andere bronnen en het verzamelen van onderzoeksgegevens. Tenslotte zal het verwerken
van het gevonden materiaal tot een werkstuk, artikel of boek in het kort worden behandeld. Er
zal veel aandacht worden besteed aan praktijkoefening. Bij de cursus hoort een syllabus.
Kaarten en lucntfoto s
De interesse voor de inrichting van het landschap en as nederzettingen 'S deeis gebaseerd op de
snelle veranderingen die daarin hebben plaatsgevonaen en zich nog steeds voordoen. Het
huidige Nederlandse landschap is een cultuurlandschap. De mens heeft door de eeuwen heen in
het landschap ingegrepen, bijvoorbeeld door het rooien van bossen, het bouwen van huizen en
het aanleggen van weilanden. Deze sporen zijn nu nog in het landschap terug te zien.
In deze cursus wordt het gebruik van kaarten en luchtfoto's bij de bestudering van het leven
van de mens in het verleden belicht. Met behulp van kaarten kunnen veranderingen die stad en
platteland in de loop van de tijd hebben ondergaan, worden verklaard. Aan de orde zullen
komen: recente topografische kaarten met verschillende schalen, topografische en militaire
kaarten van omstreeks 1860, kadaster- en oude (pre-kadastrale) kaarten, historische
(gereconstrueerde) kaarten, thematische kaarten zoals waterstaats-, geomorfologische en
bodemkaarten, luchtfoto's. Tijdens de cursus zullen de docenten iets vertellen over de
totstandkoming van de verschillende soorten kaarten. De nadruk zal liggen op het gebruik van
kaarten en luchtfoto's in historisch en historisch-geografisch onderzoek. In verband met het
gebruik van speciale apparatuur is het maximaal aantal deelnemers beperkt.
Aanbevolen literatuur: Cahiers voor Lokale en Regionale Geschiedenis, deel 3: Historische
Geografie: landschap en nederzetting. (Walburg Pers, ISBN 90-6011-672-0, f 15,--)
Docenten: J. Beenakker en U.
Ligtenberg, historisch geografen
Lokatie: Univ.v.A'dam, Facult.
Ruimtelijke Wetenschappen
Duur: 4 maandagavonden, 19.00-21.00
Data: 9, 16, 23. 30 maart 1992
Kosten: 50,--
Van Floris V tot Willem de Zwijger
Docent: M. Molenaar-Va Ik
Lokatie: gem. archief Alkmaar
nieuwe gebouw
Duur: 6 dinsdagavonden, 19.30-21.30
Aanvang: maart 1992
kosten: 75,--
Het Huis van Oranje-Nassau bekleedt al ruim vier eeuwen een machtspositie in Nederland, eerst
als stadhouders, later als koningen. In de Middeleeuwen waren in het gebied van het latere
Nederland andere vorsten aan het bewind. Van Floris V, Jacoba van Beieren en Filips II hebben
de meeste mensen wel gehoord, maar wat deze vorsten met elkaar verbindt, is minder bekend.
De verbinding tussen hen en de Oranje-Nassau's ligt vrij ingewikkeld. Toch is er een duidelijke
lijn te vinden.
In deze cursus zal aandacht worden besteed aan dit proces. Tevens wordt daarbij de
ontwikkeling van het graafschap Holland tot de Verenigde Nederlanden behandeld. Daarbij zal
niet uitputtend op verschillende details worden ingegaan, maar de nadruk zal meer op de grote
lijn liggen. Tijdens de lessen zullen interessante achtergronden als bijvoorbeeld het hofleven en
de mode nader worden toegelicht. De cursus wordt verluchtigd met dia's en Middeleeuwse
muziek. Bij de cursus wordt een syllabus, waarin onder meer de stambomen van de
verschillende vorstenhuizen zijn opgenomen, uitgereikt.