21
Doordat het gehele kust-bastion tussen Bergen en Texel
in zee is verdwenen, is er allen nog de dwarsdoorsnede
tussen Bergen en Hargen over. Tijdens de wandeling over
het strand die de werkgroep maakte, viel de doorlopende
vegetatieband, hoog in de afgeslagen duinen, overal op.
Heel goed viel ook waar te nemen hoe de voormalige
strandwallen liepen; het stijgen en dalen van de vegeta
tieband was hier een unieke leidraad. Helaas werden er
verder geeen andere sporen van bewoning gevonden dan
direct bij de Harger strandopgang. Aan de voet van de
duinen was het mogelijk een aantal proefputjes te gra
ven, waarin naar grondsporen kon worden gezocht.
Het uiteindelijk resultaat was een overzicht van een
aantal akkertjes die, hetzij gespit, hetzij geploegd
waren. Op één akkertje viel heel goed waar te nemen dat
er gebruik was gemaakt van een keerploeg, hetgeen ons op
dat moment hogelijk verbaasde. Door het omkeren van de
oorspronkelijke zode, was de top ervan goed bewaard. Er
bleek zowel ve,en als een beetje klei in te zitten. Van
alle grondslagen zijn monters genomen ten behoeve van
pollenanalytisch onderzoek.
De ori ntatie van de gevonden sporen correspondeert met
de veronderstelde richting van de oude strandwallen, of
staat daar dwars op.
Het materiaal dat uit de akkertjes tevoorschijn kwam,
was fragmentarisch. Vooralsnog denken we aan een date
ring in de late bronstijd voor de oudste vondsten, tot
aan het begin van de late ijzertijd voor de jongste
aardewerkvormenDe sporen van de keerploeg zouden heel
wel in de late ijzertijd kunnen zijn gemaakt.
Afb.6 Callantsoog/Groote Keeten,
"as" van keizer Augustus met een
CAESAR"-kop. Getekend naar
voorbeelden uit de collectie van
de schrijver.
CALLANTSOOG/GROOTE KEETEN
Het is vaak opmerkelijk te zien hoe een archeologisch
balletje kan gaan rollen. In het najaar werd voor de
Historische Vereniging "De Zijpe" een lezing gegeven
over archeologie en numismatiek. Bij deze gelegenheid
werden er ook munten ter determinatie aangeboden. Het
gros van de exemplaren bestond uit duiten en ander
kleingeld uit de tijd van de republiek. Een munt echter,
sprong direkt in het oog; een volkomen versleten pokda
lig geval ter grootte van een gulden, maar dan van ko
per. Hoewel er geen letter op viel te lezen, kon de munt
toch direkt worden gedetermineerd. Midden op het ding
bevond zich namelijk een restant van een instempeling
waarop een grote letter A herkenbaar was. Deze letter
maakt deel uit van de in ligatuur geschreven titel
"Caesar". Deze instempeling komt vrijwel uitsluitend
voor op Romeinse "assen" van keizer Augustus. Het
verspreidingsgebied van deze instempelingen beperkt zich
vrijwel uitsluitend tot Nederland, waar grotere aantal
len bekend zijn uit Nijmegen, Valkenburg, Vechten en
Velsen. De munten maken deel uit van het circulatiegeld
onder militairen uit het eerste kwart van de eerste
eeuw.
Het sterke vermoeden bestaat dat "Caesar" betrekking
heeft op de veldheer Germanicus, die in 16/17 na
Christus, in opdracht van Augustus trachtte de noord
grens van het Imperium Romanum te verleggen van de Rijn
naar de Elbe. Historisch is bekend dat hij met een
gedeelte van de vloot in een storm belandde op de