12
Kinderen die vrijgesteld werden
Jacob Blom
Geb. Schagen 10.11.1815, zoon van Pieter Blomged.
Valkkoog 22.4.1781, landman wonende Grotewal(1821)
overl. Schagen 24.7.1821 en Aaltje Kuit, ged. Zuid Zijpe
21.3.1779. Jacob is stierenleider1828-1832)in 1833 is
hij in dienst bij Gerrit Meurs
Klaas Bosman
Geb. Schagen 15.9.1813, zoon van Maartje Bosman. Klaas
leert in 1828 metselen en verdient 1,80 per week, ook
in latere jaren heeft hij een baantje.
Pieter Hagenaar
Geb. Schagen 1.5.1813, zoon van Trijntje Bosman, geb.
±1777, naaister, overl. Schagen 13.4.1825, dochter van
Cornelis Bosman en Grietje Pool. Zij trouwt Schagen
8.10.1820 Jan Glappootjes, geb. Scharwoude ±1794,
weduwnr. van Lijsbeth Strijbis
Pieter is stierenleider1828-1830) in 1831, 32 en 33 in
militaire dienst.
Maartje Kaan
Geb. Schagen 12.8.1813, dochter van Jan Kaan en Trijntje
Latenstein. Maartje was werkmeid in 1831 en 1832.
Dirk Kant
Geb. Schagen 11.6.1819, stierenleider1832)Zoon van
Pieter Kant, geb. ±1772, overl. Schagen 7.5.1825 en
Keeltje Schouten, overl. Schagen 15.8.1832. Zij woonden
op de Keins.
Aaltje Kant
Zij is gebrekkig en dient bij Pieter Meurs aan de
Nes(1832). Mogelijk is dit Aagje of Aagje, geb. Schagen
11.11.1814, zus van Dirk.
Dieuwertje Kos
Geb. Schagen 29.10.1813, dochter van Pieter Kos en
Elisabeth Keijzer. Zij heeft een dienstje(1832)
Maarten Kran(t)s
Geb. Schagen ±1817, overl. aldaar 14.6.1837. Zoon van
Jacob Kran(t)s, geb. Schagen ±1785, dagloner, wonende
Zeugebuurtje(1822) gehuwd in Schagen 21.8.1814 met
Aaltje Stam, geb. Schagen ±1784.
In een officiële brief van 27.8.1833 wordt bevestigd dat
hij niet uitgezonden hoeft te worden.
Dirk Mul
Dirk is geboren in Schagen op 1.07.1818 als zoon van
Arie Mul en Elisabeth van Os. Zijn ouders kunnen hem
niet verzorgen, vader Arie heeft een drankprobleem en
zijn moeder is krankzinnig. Dirk wordt opgenomen in het
RK arm- en weeshuis. Op 19 februari 1832 verklaren
Hendrik Daleman, koopman(huidekoper) en kaarsenmaker, en
zijn echtgenote Neeltje Tames dat zij Dirk Mul op hun
kosten tot zijn "twintigjarigen ouderdom toe, en dus
buiten alle bezwaar van eenig armenfonds behoorlijk te
onderhouden en op te voeden alles onder verband als naar
Regten"