Het Westfriese dialekt
In aansluiting op de jaarvergadering van de
Historische Vereniging op 18 februari j.1. hield
de heer Schouten een boeiende lezing over het
Westfriese dialekt. Hieronder volgt een verslag.
4
De heer Schouten begon zijn lezing met de kon-
statering dat de dialekten overal in Nederland op
hun retour zijn. Ze worden verdrongen door het
Algemeen Beschaafd Nederlands. Velen is het
echter duidelijk geworden hoezeer ze worden be
dreigd en er is nu dan ook een grote belangstel
ling voor ontstaan. Dezelfde nostalgische interes
se bestaat sinds enige tijd ook voor oude gebou
wen, gebruiken en kleding en misschien ontstaat
er de komende jaren ook nog wel een hernieuw
de belangstelling voor de Westfriese keuken!
West-Friesland hoorde oorspronkelijk tot het
Friese taalgebied, maar begon een eigen ontwik
keling door te maken toen het van Friesland los
raakte. Het meer Flevo vormde vroeger de
scheiding tussen Friesland en West-Friesland.
Het stond via een brede waterloop, het Vlie, in
verbinding met de Noordzee. Dit meer vormde
toen nog geen onoverkomelijke barrière, maar
dit veranderde toen het uitspoelde tot zeeboezem
en de Zuiderzee ontstond.
Het Westfriese dialekt werd na het verslech
teren van het regelmatige kontakt met het Fries
beïnvloed door andere talen en dialekten. Zo zijn
demi (straks), maleur en leukige maneuvels
rechtstreeks uit het Frans afkomstig. Daarnaast
zijn er ook Angelsaksische invloeden te herken
nen in fitlok (haar, vlak boven de hoef van een
paard) en oftig.
Het Westfriese dialekt is sober en heeft geen
grote woordenschat: het klinkt wat kortaf. Dit
komt doordat het is ontstaan in een periode dat
er weinig aanleiding was tot vreugdevolle klan
ken. Veel woorden zijn inmiddels verdwenen,
doordat ook veel beroepen niet meer worden
uitgeoefend, zoals bulloperlappiespoep, beurt
skipper, kassiesventer en melkprutter. Ook
woorden voor gebruiksvoorwerpen, zoals vier-
duitsdoossiezijn niet meer gangbaar. En wie
weet nog dat smakkerseivend sinterklaasavond
was?