15
De uitslag van de verkiezingen voor de Provinciale Staten is als volgt
In het distrikt Schagen, dat 4262 kiezers telt, worden op 14 mei 2651 stemmen uit
gebracht Kaan krijgt 1764 stemmen, Waller 1534. Foreest weet 1107 stemmen te
vergaren. De opkomst is als gewoonlijk niet hoog. Erg verbazend is dat overigens
niet. Er waren nog niet zo véél kiesgerechtigden, maar ze moesten wel érg vaak
stemmen. Van de 335 kiezers in de stad Schagen zijn er 229 ter stembus gegaan.
[SC, 16 mei 1889]
De liberalen hebben na deze verkiezingen in de Provinciale Staten van Noord-Holland
26 zetels, de anti-liberalen krijgen er slechts 4. In de rest van het land liggen de ver
houdingen vaak anders. In totaal hebben de liberalen 125 zetels, terwijl de anti-libera
len er 122 hebben. [SC, 19 mei 1889] De uitslag is echter nog voorlopig, omdat er
in verschillende distrikten op 28 mei herstemmingen plaats zullen vinden. Bij de
definitieve uitslag krijgen de liberalen er in totaal 19 zetels bij (in Noord-Holland 3)
en de anti-liberalen krijgen 5 zetels erbij (in Noord-Holland 1). [SC, 2 juni 1889]
De Provinciale Staten zijn dus niet 'om'. 'De uitslag is anders geweest,' merkt A.W.
Bronsveld in zijn krant op, 'de Eerste Kamer kan er zelfs moed aan ontleenen. Men
zou bijna gaan gelooven, dat er bij vele protestanten afkeer begint te komen van het
samengaan met Rome, en van het ondersteunen der doleerenden. Toch zijn nog velen
verblind genoeg, om in Dr Schaepman een vriend der vrijheid, in de H.H. Lohman
c.s. vrienden van het protestantisme te zien. We zullen nog een zwaren strijd te voe
ren hebben, voordat de macht van dit schrikkelijk verbond zal zijn verbroken.' [SC, 6
juni 1889]
Na de verkiezingsstrijd gaat de aandacht van de Schager Courant vooral uit naar het
voorstel tot herziening van de wet op het lager onderwijs, maar ook alle andere lande
lijke politieke kwesties komen aan bod. Helaas gebeurt dat meestal in de nieuwe ru
briek Uit de Pers die vanaf begin maart bestaat en waarin citaten uit de landelijke,
vooral liberale, pers worden opgenomen. Hierdoor neemt het toch al geringe aantal
redaktionele kommentaren op allerlei problemen af.
De herziening van de wet op het lager onderwijs geeft aanleiding tot een ongebruike
lijk lang redaktioneel artikel (waarin duidelijk wordt afgeweken van het standpunt van
het bestuur van de Liberale Unie): Het onderwijs slechter en duurder.
De redaktie merkt op dat de liberalen weliswaar jarenlang de staatsrechtelijke gelijk
heid van de openbare en bijzondere school hebben betwist, maar tegelijkertijd de poli
tieke opvoeding van het volk hebben verwaarloosd. De liberale kamerleden waren
hoogstens te bewegen om in een onderonsje hun politieke denkbeelden bloot te leg
gen. De lokale liberale krantjes waren te neutraal en de grote liberale kranten waren
zo aristokratisch, dat het volk ze niet kon lezen. Ondertussen verspreidden Schaep
man en Kuyper hun denkbeelden onder het volk, terwijl de kerkelijk getinte blaadjes
'den volkstoon' aansloegen. Zo kon in de Tweede Kamer een meerderheid van de vij
anden der openbare school ontstaan.
De schoolstrijd zal door deze wet zeker niet zijn afgelopen en het onderwijs in het al
gemeen wordt erdoor benadeeld. 'Het is of men slecht openbaar en slecht bijzonder
onderwijs wil.' Na een uitvoerige behandeling van de wetsartikelen konstateert de
redaktie: 'Alles samenvattende komen wij tot de conclusie, dat geen liberaal aan deze
wet zijne stem mag geven, tenzij zij zoo worde gewijzigd, dat niet minder onderwij
zers worden geeischt dan bij het thans bestaande art. 24, dat voor een grooter aantal
onderwijzers rijks subsidie worde verleend dan voor het minimum aantal bij het
nieuwe art. 24 bepaald, dat het rijkstoezicht worde versterkt, dat de subsidien aan de
inrichtingen tot opleiding van onderwijzers slechts worden verstrekt onder voorwaar
den bij de wet te bepalen, dat de regeling der lesuren der vacantiën en het vaststellen
van het leerplan voor zooverre een en ander het onderwijs in de vakken van het lager
onderwijs betreft, ook voor de bijzondere scholen geschiede onder het toezicht van
den districts-schoolopziener.' [SC, 3 mei 1889]
De Liberale Unie zal op 18 mei te Amsterdam een algemene vergadering houden,
waar gesproken zal worden over een pre-advies van het bestuur over het ontwerp tot
gedeeltelijke herziening van de wet op het lager onderwijs.