Lokaal „Ceres"
Schagcn.
YOOItült ACHTEN,
WILLEM VAN ZÜIJLEN,
17
t jaar
taan
laar
worden
èoOT
op Zosdsg 21 Ostobsr 1888,
üm iimiIi 7'/, uur.
Eatrw: Ken H«er f l—
Ken Dam»0 75.
Eser en Dame 1.50.
Iedere Dame meer 0.50.
H.IJ. LEDEN der Laodbouw-Socieicit »Cérei," b»>
Uleu, op rmoou husucr diplom»'*, hall geld
Nu afloop lt A L.
Zijper Courant, 1888.
Deze dames waren Neltta(54),
Susanna(48) en Amalia(46)
van Cantfort.
opkomende provincieplaats. Dan zou men dichten:
Als éénmaal aan kanaal en spoor, den stad zal
zijn verrezen, zal Schagens roos en Schagens
reus, Westfrieslands glorie wezen. Maar zover
was het in 1880 nog lang niet. Na enige strijd
en met behulp van minister Thorbecke, was de
trein gekomen, maar het kanaal zou nog vele
Jaren op zich laten wachten. Eerst maar de
grachten dicht. Jammer, Ja Jammer, maar wel
nodig. Op de grachten komen we nog terug. Daar
zou trouwens onze nieuwe meester spoedig kennis
mee maken. Nu liep hij daar langs vanaf café
Visser tot het vriende- lijke R. K. kerkje.
Alleen de Molenstraat had een drie- dubbele
bebouwing. De dan volgend, Gedempte gracht was
pas, als zodanig, 5 Jaar oud, had dus nog een
Jonge bestrating, maar had met haar Hoge— en
Lagezijde al de allure van een hoofdstraaten
centrum van het uitgaansleven Het uitgaande
leven van 1880 had twee polen. Aan de HoogziJ
de landbouwsociëteit de "Ceres", waar in de
stemmingsvolle voorzaal de renteniers van toen
hun kaartje legden onder het genot van een
zuinig borreltje en een goedkoop sigaartje,
want zuinig was men in die tijd. Daar bestaan
nog talrijke anecdotes over. In de achterzaal,
met een heel ander karakter was donderdags de
botermarkten, enkel keren per Jaar het
"Boelhuis". Voor velen een feestdag. Daar
vierde dan de afslager Arie van Twuyver zijn
triomphen. Wat was het er dan gezellig,
want Arie kende zijn klantjes van haver tot
gort en wist zo lachsalvo's te ontlokken aan
zijn publiek en dat lachte wel, want Arie zou
nu onze Schager Toon Hermans zijn geweest.
Origineel en adrem. Toen vast gelegd op de band
zouden we nu boekdelen kunnen vullen. Ook van
uit de zaal van het Noord-Hollands koffiehuis
repertoir te over, maar van een ander allooi.
Ik schreef daar reeds eerder over. Maar ook de
"Roode Leeuw" op de markt had een zaal, met
weer een ander publiek. Dat waren toen, een
eeuw wel lang, de zalen voor het officiële ver
tier. Zo zijn ze er niet meer. Er kwamen
anderen, meer en ook groot, maar minder
steriotiep. Onze Jonge meester zei dat toen nog
niks. Hij liep langs de bescheiden, 18de eeuwse
winkeltjes en keek op het briefje, hem gezonden
door het schoolhoofd, de heer Slangen met het
adres van zijn kosthuis, wat eerder de naam van
pernsion verdiende daar het gedreven werd door
de deftige dames van Cantfort in wel het
statigste huis van het toenmalige Schagen.
Ja, deftig, zelfs Belgisch deftig waren de
dames, maar zeker niet rijk en daarom hadden ze
wel graag de Jonge onderwijzer in de kost, zelf
spraken ze van "op kamers" en hij zelf kon
moeilijk mooier pand als domicile verwachten.