13
inheemse bewoners. Wel is zeker dat de
nederzetting aan haar eind is gekomen door een
grote brand, of dat nadat ze verlaten was er
een verzengende vuurzee is geweest. De
bovenkant van het gehele vondstenpakket is
namelijk geheel verbrand. Alle scherven zijn
oranjegeel van kleur en alle bot is wit
geworden door verbranding. Zelfs kenmerkende
romeinse importscherven hebben door het vuur
een heel ander aanzicht gekregen. Dê bruinrode
Terra Sigillata bijvoorbeeld, blijkt na
verbranding prachtig zwartglanzend te worden.
Geheel onderin de laag, waarschijnlijk
toendertijd onder de waterspiegel gelegen,
liggen scherven en botten on—aangetast zwart
en bruin te zijn. Met het verder uitwerken van
de types randscherven, zal zeker gebruik worden
gemaakt van het goed zichtbare verschil in pre—
en post— brand scherven.
Huis
Een Van de eerste grote verrassingen was het
aantreffen van een serie paalgaten in de
zwavelige ondergrond; nooit eerder was dit in
onze omgeving waargenomen. Omdat het toen
aanwezige veendek te dik was, staken de palen
van de behuizing nooit diep genoeg om de vaste
Komfoor van inheems aarde
werk uit de 2e/3e eeuw.
ondergrond te raken. Door een samenloop van
twee faktoren, een iets hoger liggende
ondergrond én een iets dunnere laag veen, was
hier het geluk aan onze kant. Zelfs werden in
enkele van de aanvankelijk wantrouwend bekeken
paalgaten scherven van inheems—romeins
aardewerk gevonden. Bij de Vermoedelijke ingang
van het huis, op het noorden, werd een kuil
aangetroffen met daarin een, welliswaar geheel
gebroken, maar compléte pot. Uit de overige