heeft de werkgroep de beschikking over de
modernste computergestuurde apparatuur, zodat
er niets over het hoofd wordt gezien. Ook deZe
werkput werd verdeeld in vakken van twee bij
twee meter, gemarkeerd door nieuwgekochte
houten paaltjes, die ook weer het doelwit
werden van vernielingen. Op dit moment staat
ongeveer de helft van de paaltjes nog in de
grond en moet er telkens weer opnieuw worden
i ngemeten.
Eerste resultaten
Van de metaalvondsten bestaat het grootste
gedeelte uit schroot van koper en brons, dat
men, hetzij om de metaalwaarde in huis had, óf
om het ter plekke te verwerken tot iets anders.
Het betreft in alle gevallen delen van
voorwerpen die door de Romeinen werden vervaar
digd. Opmerkelijk zijn enkele stukken van een
ijzeren maliënkolder, zoals dat door soldaten
werd gedragen. Slechts één muntje werd er aan
getroffen, dat, hoewel vrijwel geheel vergaan,
toch nog kan worden toegeschreven aan keizer
Victorinus, die tussen 268 en 270 het westelijk
deel van Europa controleerde. Dit muntje is het
laatst dateerbare stuk dat ooit in deze
omgeving werd aangetroffen. Dit laat nu
langzamerhand de mogelijkheid open om aan een
voortzetting van de bewoning in de vierde eeuw
te gaan denken. Door het ineenstorten van de
Romeinse noordgrens rons 270, werd de bestaande
handel geheel, en blijvend ontwricht. Het
gevolg was een stoppen van de (goed dateerbare)
romeinse importgoederen, maar of hiermee ook
een eind kwam aan het voortbestaan van de