o,.\. 1 M| C\ 1 1 O $iv -;«ê -- L V I I j€| 1 i w 9 r~h NH l£>v - schaal 1:500 m AJ ~.JJJ ■J i/-»XvV T e»ne*mluU't fa t 'r Uueit' kud*> "T 0 v vermoede huisplaats De opgravingputten I en II. fragmenten terra sigillata en wat kralen en glas. Het aantal metaalvondst* n viel echter wat tegen; slechts een handjevol, waaronder een gehalveerde romeinse sestertius, waarvan weinig meer kan worden gezegd dan dat deze waarschijn lijk uit de derde eeuw dateert. Hoewel het inheems vervaardigde aardewerk, dat de hoofdmoot vormt Van al het gevonden materiaal, nog volop in bewerking is, werd er inmiddels een heel aardig beeld verkregen over de spreiding van slachtafval, importen en enkele kleinere vondstgroepen. Vooruitlopend op de totale uitwerking, is het toch wel aardig hier al iets van te zeggen. Fragmenten tephriet, een basaltlava die werd gebruikt voor het vervaardigenvan maalstenen, bleken over een klein oppervlak te zijn geconcentreerd; miniatuuraardewerk, speelsteentjes en spinklosjes bleken, net als de maalsteenfrag menten alle ten zuid—oosten van de haardplaats te liggen. Import-aardewerk was zó verspreid dat er telkens een lege zone om de haardplaats bleek te liggen. De veronderstelling dat hier de wanden van een huis gestaan zouden kunnen hebben, werd hierdoor bevestigd. Het malen van meel en spinnen is" zeer zeker een aktiviteit die in huis wordt bedreven. In contrast met deze aanname leek de grote koncentratie botmateriaal binnen de veronderstelde woning, ten zuid-oosten van de haard. Als we echter uitgaan van etensresten, is de hoeveelheid bot daar ter plaatse zo gek nog niet. Men trachtte de huisvloer, gelegen op vochtige veengrond, met allerhande materiaal zo dik en droog moge lijk te houden. Ook de gevonden lagen as vertoonden een zuid-west/nöörd—oost oriëntatie, parallei aan de zijwanden van het veronderstel de huis. Uitgaande van een overheersende windrichting uit het zuid-westen, lijkt het geschetste beeld aardig te kloppeti. Een ander aspekt van het onderzoek zijn de kuilen met daarin afval. Het komt echter herhaaldelijk voor dat er kuilen worden aangetroffen met een inhoud die eerder doet denken aan rituele handelingen. Eén kuil met speciale inhoud zou ik hier willen vermelden: Het gaat om een gat van anderhalve meter lengte met een breedte van 70 cm. aan de zuidwest—zijde werden twee recht opstaande aardewerken potjes gevonden aan weerszijden van een aangepunte eiken paal, die daar mogelijk ooit rechtop had gestaan. De verder inhoud van de kuil bestond uit een scherf romeinse "terra sigillata" met daarop het naamstempel van de pottenbakker Criciro (werkzaam te Trier tussen 180 en 210). Dit is, voorzover bekend, het eerste stempel dat in, of

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1990 | | pagina 11