Het verhaal van Dirk Tamis
uit de Nieuwstraat
6
waren er volgens die brief enige schepenen die
nog niet beschikten over een eigen zegel. Op
hun verzoek werd toen door Harke Seyertsen,
mede schepen voor hen gezegeld, op 16 Juli
14 78.
De meergenoemde brief uit het archief van het
Maria—Magdalenaconventgedeponeerd bij het
archief van het Leprozenhuis in het gemeente
archief van Amsterdam, inv. nr. 488, volgt hier
in een leesbare taal.
Wijbrant Claeszn en Luytgen Engelszn, schepenen
van SinteMartijnsvan Eenigenburch en van
Valkencoge, verklaren dat in een zitting van
hen en nog andere schepenen Aert van Rollant
recht gedaan heeft aan de nonnen van het Sint
Maris—Madalenaklooster te Amsterdam op het Spui
ter zake van een stuk land genaamd Jan
Evertsenweide in de banne van Valkencoge,
waarop hij recht meende te hebben, en dat nadat
het zeventuig er naar gebruik over beraadslaagd
had de partijen na tussenkomst van goede mannen
de zaak hebben voorgelegd aan zes leden van het
zeventuig, die als uitspraak hebben gegeven dat
Aert van Rollant alle pretenties die hij op het
genoemd land en nog op drie andere stukken land
heeft aan de nonnen moet overdragen, waardoor
zij hem 133 rijksguldens zullen voldoen, in
twee termijnen te betalen, met nog enkele
bepalingen omtrent hoe te handelen wanneer de
nonnen de stukken land toch weer zouden moeten
afstaan. Op verzoek van genoemde schepenen, die
zelf geen zegel bezitten, gezegeld door Harke
Seyertsen op 16 Juli 1478.
Jac. Slot.
Dirk was een scharrelaar die behalve in kippen
en konijnen in alles handelde waar wat aan te
verdienen was. Afie z'n vrouw had een bek als
een scheermes. Dat was wel nodig, want als Dirk
dronken thuis kwam moest ze hem van d'r lijf
zien te houden.