16
streken een taal werd gesproken die eerder met
het fries dan met het Frankisch was verbonden
en waarschijnlijk teruggaat tot de tijd van
vóór de Volksverhuizingen in de 5e eeuw.
Archeologen zien in de ouderdom van deze namen
dan ook het bewijs dat er doorlopend vanaf de
tijd waarin de tijd waarin de Romeinen in ons
land waren, mensen hebben gewoond. Voor
archeologen is het namelijk heel moeilijk, om
niet te zeggen tot op heden onmoglijk gebleken,
Dankzij de belangeloze hulp
van dit gevaarte kon er snel
een werkput worden gegraven
resten van bewoning te bewijzen tussen het jaar
300 en het jaar 600. Het zal er wel zijn, maar
het is nog niet gevonden. Toch geeft de naam
van Schagen aan dat de plaatsaanduiding stokoud
is en waarschijnlijk dateert uit de eerste
eeuwen van onze jaartelling, toen "Scagon" een
druk bevolkte streek was.
Het gehele binnenland achter de Hollandse kust
bestond in de eerste eeuw na Chr. uit een uit
gestrekt veengebied, dat over het geheel te nat
was om er te wonen. Alleen waar er een direkte
goede afwatering was, zoals bij het "OeiIJ"
dat vanaf Velsen achter de kust stroomde en bij
Bergen in zee uitmondde, werd er in het veen
gewoond. De le—eeuwse Romeinse geschied
schrijvers maken echter melding van een
(gedeeltlijke) afbraak van het veen als zij
konstateerden dat hele stukken veen gingen
drijven, met soms een heel dorp er op! Dit kan
alleen betekenen dat gedurende enige tijd de
waterafvoer stagneerde, waardoor het veen om
hoog kwam. Waarschijnlijk is in die eerste eeuw
de uitstroom van water in zee sterk verbeterd,
zodat rond het jaar ÏOO de eerste "Friezen"
vanaf de kust het veenland konden gaan bewonen.
Zij voeren stroomopwaarts langs de veenrivieren
tot ze een goede vestigingsplaats hadden ge—