5
Er zijn boerderijen die
zowel voorend als staart
hebben. Het dak vertoont een
karakteristieke piramidale
vorm. Het dak wordt door
gaans met riet bedekt. In
dat geval is er altijd een
nok aanwezig, ondat het dak
anders niet waterdicht kan
worden gemaakt. De nok
loopt, afhankelijk van het
type beorderij, evenwijdig
met de voorgevel of' staat er
juist haaks op Op de nok
bevinden zich grote gebakken
rietvorsten.Sommige boerde
rijen hebben dakpannen als
dakbedekking. Deze hebben
niet altijd een nok. Dit is
vooral het geval bij boerde
rijen ten zuiden van het
gebied dat door de West-
friesedijk wordt omringd.
Toen er nog geen waterleid
ing was, waren de mensen
voor drinkwater aangewezen
op regenwater. Dit
regenwater werd verzameld
via de dakgoten in de bak.
Aangezien het moeilijk is om
een goot onder een rieten
dak aan te brengen is men er
bij veel boerderijen toe
overgegaan de onderste dak-
strook met pannen te dekkken
in plaats van met riet
Nadat er waterleiding was
gekomen was dit niet meer
nodig, maar het randje
pannen was i ntussen zon
tradi tie geworden dat men
het in stand hield. Hiervoor
werden meestal rode pannen
gebruikt. Het dakvlak aan
de voorzijde van de boerde
rij is vaak gedeeltelijk
bedekt met pannen. In dit
geval gaat het in het alge
meen om zwarte geglazuurde
pannen. Men heeft het riet
trapsgewijs of geschulpt
terug laten springen en zo
ontstond de spiegel. Het
voordeel van deze werkwijze
was dat de schoorsteen niet
in het riet uitmondde, maar
in het pannen dak. Hierdoor
kon de aansluiting tussen
dak en schoorsteen beter
waterdicht gemaakt worden.
De spiegel is in verschil
lende siervormen toegepast.
De gesc.hul pte contouren
dateren waarschijnlijk uit
het einde van de 18e eeuw en
het begind van de 18e eeuw.
Een typisch kenmerk van de
Westfriese boutraditie is de
lagewand. Dit is een stukje
schuin dak met een iets
flauwere helling dan de rest
van het dak, toegepast zowel
bij woningen als bij boerde
rijen. De koeien staan met
hun koppen onder dit
verlengde stuk dak. In de
woningen, die soms aan beide
zijden voorzien zijn van een
lagewand, zijn de bedsteden
erin aangebrachtMet
lagewand wordt dus bedoeld
de buiten stijlruimte buiten
de gebinten van woning en
stal en het zich daarboven
bevindende stukje dak. Door
toepassing van een lagewand
oristond ruimtewinst. Bij
boerderijen rnet een lagewand
staan het dak niet symetri-
sch boven de gevelDe
wanden, weeg of weig ge
noemd, waren oorsprinkelijk
uit ruwe houten delen opge
trokken die elkaar dakpans
gewijs overlapten. Deze
delen werden geteerd. Naast
de gewone weeg kent men de
staande weeg. Hierbij worden
de delen niet horizontaal
inaar vertikaal aangebracht.
Op deze wijze wordt de
voorgevel van de andere
gevels onderscheiden. Later
werden de wanden gerabat,
dit vond echter pas ruirne
toepassing in de 19e eeuw.
Dit houtwerk werd in ver
schillende tinten groen
geschilderd. Het holle
profiel van de rabatdelen,
het zogeheten waterholwerd
wit geschilderd. Er werd ook
wel steen toegepast bij het
bouwen van boerderijen. Tot