in de boerderij opgenomen en
ontstonden er grotere
bu i tenst ij 1 ruimten, doordat
het dak tot buitenwandhoog
te werd doorgetrokken. Deze
ruimten konden worden ge
bruikt voor wagenberging,
dorsvloer, woonruimte etc.
Het proces van stolpvorming
is in de 16e eeuw in volle
gang. Zo is de langhuisstolp
ontstaan. Bij sommige lang-
huisstolpen is de berg wel
volledig opgenomen in het
bedrijfsgedeelte, maar wei
nig verhoogd. Het dak is
doorgetrokken tot buitenwand
hoogte en vaak is een lage-
wand aanwezig aan één of
twee zijden, maar er is
nauwelijks hoogteverschil
tussen de woning en de stolp
In zo 1n geval is er sprake
van een overgangstype van
langhuis met binnenberging
naar langhuisstolp. Het gaat
dan vaak om een klein
bedrijf. De langhuisstolp is
in het algemeen te vinden op
liet oude land. In de latere
inpolderingen en droogmake
rijen ontbreken ze nagenoeg
geheel. De langhuisstolpen
met langsstal zijn hoofd
zakelijk gebouwd in Kenne-
merland en in Westfriesland,
de langhuisstolpen met
dwarsstal in Waterland en
omgeving en in Kennemerland,
en bij hoge uitzondering in
Westfriesland. Het afleiden
van de Westfriese stolp uit
de langhuisstolp met langs
stal is problematisch. De
Westfriese stolp heeft im
mers een dwarsstalVoor de
draaiing Vcin de langsstal
valt niet direkt een nood
zaak aan te geven. In beide
gevallen kan bij het te
klein worden van de koestal
een staart worden aangebouwd
Het afleiden van de West
friese st.olp uit de langhuis
stolp met dwarsstal geeft
ook problemen. Doorgaans is
het voorend van een langhuis
stolp met dwarsstal midden
voor de stolp geplaatst,
terwijl zowel bij de West
friese stolp als de lang
huisstolp met langsstal het
voorend in het verlengde van
de zijgevel is geplaatst. In
tegenstelling tot de lang
huisstolp met langsstal en
de Westfriese stolp heeft de
langhuisstolp met dwarsstal
geen direkte verbinding tus
sen het woongedeelte en de
koestal. Volgens Brandts
Buys is bij de langhuisstolp
met dwarsstal de dwarsdooi
snede van het stolpgedeelte
mogelijkerwijs een vergro
ting van de dwarsdoorsnede
over de woning. (7) In de
dwarsdoorsnede van de andere
bovengenoemde types kan ech
ter een huis in een huis
worden onderscheiden. Hij be
doelt daarmee in het eerst
geval dat de konstruktie van
de stolp hetzelfde is als de
konstruktie van de woning.
Het stolpgedeelte is een
voortzetting en vergroting
van het woongedeelte. In het
tweede geval is de konstruk
tie van de woning opgenomen
in de konstruktie van de
stolp. Aan de hand van oude
kaarten en kadastrale gege
vens stelt Brandts Buys
voorts vast dat de langhuis
stolp ouder is dan de West
friese stolp. Beide types
langhuisstolp hebben kenmerk
en van de Westfriese stolp.
Aangenomen mag worden dat de
Westfriese stolp ontstaan is
uit de beide langhuisstolp—
vormen. Er valt niet nauw
keurig na te gaan hoe deze
ontwikkling is verlopen. De
Westfriese stolp wordt vooi
namelijk aangetroffen op het
oude land binnen de West
friese Omringdijk. De Jong
verklaart dit als volgt. In
de droogmakerijen van de 17e
eeuw lag het land direkt
achter de boerderijen. (8)
De? darsdeuren konden hier