De romans van
Cornelis Bok
i) e ii r t
aan uk c, u e n e x.
29
EEN GOEDE ROliANSCHRIJVER
In een van de romans van
Cornelis Bok, "Het
Heidensche bosch of het
gestolen kind" (afb.3), doet
een dominee de volgende uit
spraak: "Een goede roman
schrijver dient vooreerst
veel ondervonden en gelezen
185 Ml
p( o 1
E 1 i 111 S Iv t V
rrMMta-ii U i' r K* fc t X».» - tt*
j.Ïr - - uirnv 5
r B O K
IRs T F HE v i
'J -> A (W S T fc k I* A M -lij
n t i i»
1» i V 1
te hebben, benevens veel op
merkzaamheid te bezitten.
De schilder, schrijver en
cipier Cornelis Bok voldeed
zelf aardig aan deze vooi
waarden.
Toen de roman, waarin boven
staand citaat voorkwam,
verscheen waren zijn vrouw
en twee van zijn kinderen al
overleden. En ondanks vele
baantjes had Cornelis grote
moeite om in zijn onderhoud
te voorzien. Hij had dus al
wel een en ander ondervon
den)
Ten tweede was hij zeker be
lezen. Waarschijnlijk las
hij trouw de boeken uit de
Schager leesbibliotheek van
de "loffelijke" Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen. Hij
citeerde namelijk vele Hol—
landsche schrijvers van rond
1800, en beroemde buitenland
se auteurs die hij in vei
taling gelezen had.
De laatste vereiste voor een
goede romanschrijver, opmerk
zaamheid, bezat Cornelis ook
terdege. Hij wist zijn boek
en met grappige observaties
te verlevendigen. De kans is
groot dat de karakters uit
zijn boeken gebaseerd waren
op personen uit zijn directe
omgeving. Want hij zegt, met
Fieldi ng