19
Roggeveen, bode, Jacob Zuaag
veldwachter, Willem Rogge
veen, doende boerenbedrijf
en Andre Joseph van Cantfort
secretaris. Zij waren arm
want bij hun huwelijk toon
den zij een certificaat van
onvermogen afgegeven door de
gemeenten Schagen en
Barsingerhorn. Het echtpaar
ging wonen aan de Loet op
nr. NI 50.
KINDEREN
Hun eerste kind een dochter,
die de naam Maartje kreeg,
werd geboren op 1 augustus
1846, getuigen bij de aan
gifte waren Jan Slot, 35 jr.
en Pieter Houtzager 42 jr.
schippersknechten wonende op
de Loet. Het gezinnetje is
vertrokken naar Den Helder.
Hier werd op 26.04.1851 hun
zoon Jan geboren. Wilkes
Zaatman, die vermoedelijk
als zeeman zijn brood
verdiende is overleden in
Londen op 18.09.1852.
Maartje is met haar kinderen
naar Texel vertrokken, waar
vermoedelijk nog familie van
haar man woonde.
NAAR DRENTHE
Op voordracht van de gemeen
te Texel kreeg zij een
plaats "aangeboden" in een
van de kolonies van de Maat
schappij van Weldadigheid.
Op 25.10.1854 zijn Elsje
Maria Bok en haar kinderen
vertrokken van Texel en in
geschreven in kolonie III
(Willemsoord) van genoemde
maatschappij. Zij werden in—
gekwartiert bij de wed. J.
Langenberg. Op 7.4.1855 zijn
zij overgeplaatst naar
kolonie Veenhuizen I, ge
meente Norg. Daar overleed
op 22. 10. 1858 dochter Maart
je. Twee jaar later, op
8. 02. 1857 overleed Elsje
Maria. Haar overlijden werd
aangegeven door Gerardus
Gierds en Johannes Laman
zaalopzieners bij de kolonie
Jan werd op 5. 10. 1859 ondei
gebracht bij J. M. Veldmeij—
er, op de 9.8.1866 bij P.C.
Spitsmachter eveneens in
Veenh. I, op 4. 10. 1866 bij
Ad. van Dalen in Veenh. II
Gravure mei woningen van kolonisten (Foto archief Drents
(lste wijk) en is 12.1.1867
uit de kolonie ontslagen. Na
zijn ontslag is hij terugge
keerd naar Texel, waar hij
koperslagersleerli ng werd.
Op 11.12.1872 is hij vertrok
ken naar Anna Paulowna, waar
we het spoor bijster zijn ge
raakt
DE MAATSCHAPPIJ VAN
WELDADIGHEID
De Maatschappij van Weldadig
heid werd in 1818 opgericht.
Zij kwam voort uit een
initiatief van generaal
Johannes van de Bosch. Deze
sociaal bewogen man, dacht
hiermee een bijdrage te
leveren aan de oplossing van
de armoede. Deze belangrijke
doelstelling van de Maat
schappij probeerde men te
verwezenlijken door landbouw
koloniën te stichten, waar
arme personen landarbeid
konden verrichten. De eerste
huisjes werden gebouwd in
Drenthe in de omgeving van
Vledder. Later kwamen hiei
bij de koloniën op de grens
van Friesland en Overijssel.
De eerste jaren werden er
uitsluitend gezinnen geplaat
stmaar later werd het moge
lijk om wezen en alleenstaan
den op te nemen. Zij kregen
onderdak bij gevestigde kolo
nisten. De vrouwen en oudere