y 4/fa J££
'■Kl
15
ontslagen als cipier. De
gemeenteraad vond dat hij
niet meer voldeed als ge
vangenbewaarder. Was hij
soms gehandicapt? We zullen
het vermoedelijk nooit weten
In 1822, toen de gemeente
aan het bestuur in Haarlem
rapport moest uitbrengen
over de kwaliteit van de
cipier, kreeg hij een goede
beoordeling. Hij was dan ook
onder de cipiers een grote
uitzondering met zijn
schrijverscapaciteiten. In
een officieel rapport over
het gevangeniswezen in 1846,
werd er nog geklaagd over
het grote aantal analfabeten
onder de cipiers. Cornelis
was nu brodeloos, en van de
opbrengst van zijn boeken en
schilderwerk kon hij niet
leven. Hij was nu aangewezen
op de gemeentelijke
armenkas. Tot 1 mei 1835
woonde hij bij Guurtje
Bonsem. Zij kreeg de huur,
bedragende F 8,51 recht
streeks betaald. Zo ook
Hendrik Koster, zijn
buurman, die in oktober 1835
26 weken huur, een bedrag
van F 53,uitbetaald
kreeg ten behoeve van
Cornelis Bok. Cornelis was
vermoedelijk niet meer in
staat zijn geld op te halen.
Op 27 mei 1836 overleed hij
's middags om vier uur. De
aangifte werd gedaan door
zijn buren Hendrik Koster,
68 jaar oud, en Pieter Bleek
schoenmaker, 47 jaar oud.
jsp Den dig <l«r nuand tan 'l jaar
jé? AcliUicubonJcid Zei en Dertig ten ure, den middag.
Acte een Overlijden tan
overleden den JTfrsn ten uref
dc* oud jaren, wonende en overleden
van beroep -Cogeboren te
Am. a-
Op dc verklaring van c.
van de oveilcdene, oudjaren, wonende
4* van beroep -fr tfx «n van
- wonend.
tan beroep
jaren, van de overledeue.
Na mijne voorleiing geteekend door £^2«4c
bevestigd, ingevolge de Wet door mij ondergelcckcndc
y Ambtenaar van den Burgerlijken
Stand der i