10 kosten, naar evenredigheid met het inwonertal, verdeeld worden. De kosten werden alsvolgt verdeeld Schagen F 205,- Harencarspel F 125, - Oude Niedorp F 88, - Warmenhuizen F 92,- Barsi ngerhorn F 170, - Nieuwe Niedorp F 92,- St. Maarten F 82,- Wi nkel F 96, - HET KERKHOF De woon— en werkomgeving van Cornelis zou nog meer vei anderen. De gemeente kreeg in augustus 1828 toestemming van Gedeputeerde Staten om een nieuwe begraafplaats in te richten op het slotplein bij de gevangenis en cipierswoning. Het plein 625 ellen in 't vierkant. (Ellen vogens het besluit van 1817, dus onze huidige meters) werd omgespit, geeffend en opgehoogd met "aardspecie af komstig van de hoogte bij Avendorp". De graven werden aangegeven met blauwe gladde vloertegels genummerd van 1 tot 504. ZIJN INTERESSES Uit al zijn werk blijkt een grote interesse voor geschie denis en een grote belezen heid. Hij zal een ijverig gebruiker zijn geweest van de leesbibliotheek van het Departement der Maatschappij Tot Nut van t Algemeen, welke afdeling opgricht werd op 17 januari 1808. In zijn boeken verwijst hij naar be kende werken uit zijn tijd. In 1820 was hij, als geïnte resseerde, aanwezig bij de opening van de grafkelders in de kerk op de Markt. Over het slot, waarop hij vanaf zijn huwelijk in 1806 tot het overlijden van zijn vrouw in 1826 woonde, doet hij in het boek "De Witte Paal, of Jenne" de volgende mededelingen: "Dit slot in 1795 vervallen, werd in 1815 gedeeltelijk, en in 1826, op de twee torens na geheel geheel gesloopt.Over portretten van de bewoners: "Vele dezer portretten, welk aan de woede des oorlogs (1799) ontsnapten, hangen nog heden boven het Oost- paviljoen van het Slot. Vondsten tijdens de afbraak: "Het is opmerkelijk, dat, toen in 1826 dit slot geheel gesloopt werd, men in een der muren eene houten, maar geheel tot stof vergane, langwerpige lade vond, waarin zich twee stukjes van een ijzeren kettingje, twee ijzeren penne, eene lang werpig ronde glazen pijp, eenig haar, en eenige kleine beentjes bevonden. De schrijver (Bok) bezit dezelve, doch alles is zoo verroest en onoogelijk, dat het niet bezienswaardig is. Een van de martelingen tijdens het schrikbewind van Sonoy op het slot bedreven, zou geweest zijn het branden van voeten in een "kleinen oven in den muur" zo schrijft Cornelis. Met in een voetnoot het volgende: "Die oven was, in 1826. toen dit slot gesloopt werd, nog aanwezig. Hoe menigmaal be trad ik dien grond met huive ring, wijl ik soms, in het gehuil der hier nu verblijf

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1988 | | pagina 12