13
voormalige kasteel Nuwen-
doorn dat tamelijk dichtbij
ligt. (31-15-7.5 cm). Daar
waar het muurwerk geheel was
uitgebroken, kon toch het
verloop van de muur worden
waargenomen door de aanwe
zigheid van puin dat terug
gestort was in de uitbraak—
sleuf. Zo was het mogelijk
de gehele kerk, met de toren
te reconstrueren. De koor-
uitbouw waarvan werd gedacht
dat daarop het huidige ge
bouw was gezet, werd (nog)
niet gevonden.
Eenigenburg was, voordat de
banne in het begin van de
negentiende eeuw bij Sint
Maarten werd gevoegd opval
lend klein. Het is daarom
aannemelijk dat het grondge
bied oorspronkelijk behoorde
bij Harenkarspel en dat één
van de buurschappen, "Hai
ken" genaamd, door de Hol
landse graaf (Willem II?
Floris V?) werd genaast in
verband met de voorgenomen
bouw van het kasteel te Nu—
wendoren. De plaats Harken
werd veranderd in Eenigen
burg, maar bleef bewaard in
Har(k)enkarspel
De oudste vermelding van
Eenigenburg is van 1298, de
oudste vermelding van de
kerk is die in de afrekening
van de Utrechtse Domfabriek
uit 1404. Omdat als meest
plausibele verklaring voor
de herkomst van de kloostei
moppen uit de fundatie van
de kerk verondersteld mag
worden dat deze afkomstig
zijn uit de resten van
kasteel Nuwendoorn, moet de
bouw van de kerk gesteld
worden na 1375, maar vóór
1404.
In de terp waarop dit alles
werd gebouwd, werden geen
lagen gevonden die duiden op
bewoning ter plekke maar wel
enkele scherfjes die zijn
meegekomen met de grond die
werd gebruikt voor de opho
ging. Hoewel er enkele oude
re scherfjes voorkomen, kan
het ophogingsmateriaal geda
teerd worden in het midden
van de dertiende eeuw. Onder
de ophoging zit een dik pak
ket pik-klei en daaronder
(3.75 m onder maaiveld) een
restant veen. Vanwege de
dikte van de pik—klei en de
jonge zeeklei daarop (50 cm)
lijkt de datering van de op
hoging in de dertiende eeuw
terecht
PLANNEN VOOR 1988.
Uiteraard zal het lopende
onderzoek bij de kerk van
Eenigenburg worden voortge
zet. Vooral binnen in het
gebouw zal kunnen worden
aangetoond of de vorige kerk
misschien ook nog een voor
ganger had, omdat deze moge
lijkheid toch niet geheel
kan worden uitgesloten.
Alle plannen zullen, net als
in 1987, worden overlegd met
de verantwoordelijke archeo
loog van de R.0.B. de heer
H. Sarfaty.