10
ROB na te komen om alle
Vroeg-middeleeuwse spullen
voor onderzoek naar Amers
foort te sturen.
DE ZIJPE
Het onderzoek in de Zijpe
betrof een nederzetting op
het veen die mogelijk, voor
een klein gedeelte, goed
bewaard was gebleven onder
een dijkje. Inderdaad bleek
dat er in het veen ingra-
vingen en zelfs paalgaten
waren te vinden. Veel van
het te onderzoeken werkvlak
was echter verstoord door
veen-graverij in de Middel
eeuwen en door de aanleg van
sloten in de zestiende eeuw.
Naast een flinke hoeveelheid
keramiek en botten, werden
enkele (huis)slootjes en
paalgaten gevonden alsmede
een wandje van plaggen. Het
geheel zou als een stukje
van een boerderij uit de
tweede eeuw kunnen worden
geïnterpreteerd. Om daarover
zekerheid te verkrijgen zal
in 1988 zuidelijk van de
oude werkput een nieuwe
moeten worden gegraven.
Onder de vondsten bevindt
zich een compleet aardewei
ken bakje en tamelijk veel
scherven van keramiek die
door ruiling met de Romeinen
hier beland moet zijn. Bij
zonder is voorts een houten
(deur?)knop en een ronde
schijf van gebakken klei
waarop men mogelijk zelf
zijn potten heeft gevormd.
WATERLEIDING DOOR DE ZIJPE.
Tussen Eenigenburg en Scha—
gerbrug, en daarvandaan naar
De Stolpen, werd in 1987 een
reusachtige, nieuwe water
transport-leiding gelegd.
Door de aard van de
werkzaamheden: sleuf graven,
buis leggen en direct dicht
gooien, viel er eigenlijk
alleen maar iets te zien
vanaf de kant. Toch konden,
door korte, maar frequente
bezoeken, de nodige interes
sante gegevens worden ver
kregen. Tussen Eenigenburg
en Sint Maarten is er van
een oud oppervlak geen spra
ke meer; hooguit van een
niveau waarop nog enkele
verspoelde restanten liggen
van het oude veendek. Juist
dit deel van het werk had
ernstig te lijden van nat
weer en daarmee samenhangen
de gigantische blubberpai
tijen, dat het niet vreemd
is dat geen verdere gegevens
konden worden verzameld. Bij
Sint Maarten viel een dik
pakket schelpen in het pro
fiel op. Deze schelpenbanken
strekken zich eveneens uit
in de polder Burghorn en
zullen daar zijn afgezet
tussen het overstromen van
dit stuk land in 1248 en de
(her)bedijking in 1456.
Halverwege de dijk om de
polder werden enkele res
tanten van een reeds bekende
nederzetting uit de Romeinse
tijd gevonden, waaronder een
geheel met veen gevulde kuil
waarin wat botten en
scherven lagen. Vanaf dit
punt werd de veenlaag snel
dikker. Opvallend is dat
bijna twee meter onder dit
veen nóg een veenbandje
voorkomt. Dit veen zal tus
sen de Calais III en de
Calais IV transgressie peri
ode zijn ontstaan.
Op een kreekruggetje ter
hoogte van de Schagerweg
werd schervenmateriaal vei
zameld uit de storthopen die
daar, wegens stagnatie in
het werk, enige tijd bleven
liggen. Bijzonder is het
voorkomen van Ijzertijd
scherven, Streepband en Mid
den Romeinse tijd. Ook een
aantal scherven uit de pe
riode tussen ÏOOO en 1200
werd opgeraapt.
Bij het graafwerk naar het
westen werden veel ingra-
vingen voor turfsteken ge
vonden; er werd niets in ge—