Het kasteel te Schagen
9
Ir
Van de, helaas, weinige monu
menten die Schagen bezit zijn
de beide "siot-torentjeswel
de bekendste. Enigszins
verscholen tussen het groen
huisvesten zij sedert enige
tijd museumpjes over de le en
de 2e wereldoorlog.
Hoewel kastelen altoos in
verband gebracht worden met
krijgshandelingen heeft het
Slot te Schagen daar nooit
veel van gezien. Het huis dat
rond 1390 door Albrecht van
Beieren werd gebouwd, was
veeleer bedoeld als woonhuis
dan als "burcht". De muren
waren niet dikker dan 70
centimeter; voldoende stevig
om eventueel te hoop gelopen
boerenkinkels buiten te
houden, maar een goed bewapend
leger zou zeer snel korte
metten hebben gemaakt met het
muurwerk.
In 1430 ging het huis over in
de handen van Willem, de
eerste Heer van Schagen, bas
taardzoon van Albrecht van
Beieren. Hij zal de nodige
veranderingen en verfraai'ngen
aan het huis hebben laten
aanbrengen, aangezien hij
vaak, ten onrechte dus, als de
'bouwer' van het kasteel wordt
gezien. Vrijwel onveranderd
heeft het huis met de 'voor
burcht de eeuwen getrotseerd.
In de jaren '20 van de vorige
eeuw was het gebouw dusdanig
vervallen, mede dankzij de
inkwartiering van Engelse
soldaten in 1799, dat de
toenmalige bezitters, de
Belgische familie
dOultremontopdracht gaven
tot sloop. Slechts de beide
torens bleven staan omdat de
gemeente Schagen het terrein
inmiddels had aangekocht.
Toen enkele jaren geleden de
stichting 'Vrienden van het
Oude Slot' plannen koesterde
om op de fundatie van het oude
huis een nieuw gemeentehuis,
geheel in stijl natuurlijk, te
laten zetten werd contact
gezocht met de 'Archeologische
Werkgroep Schagenom te zien
of een dergelijk plan uitvoei
baar zou zijn. Ook als er geen
nieuw gemeentehuis zou komen,
was het idee aardig om de
fundatie tot boven het
maaiveld op te metselen, zodat
dan toch de afmetingen van het
huis duidelijk zichtbaar
zouden worden.
In nauw overleg met de
Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg te Zeist, de Rijks
dienst voor het Oudheidkundig
Bodemonderzoek te Amersfoort
en de gemeente Schagen, werd
besloten tot een oudheidkundig
onderzoek uit te voeren door
de Archeologische Werkgroep
Schagen. Rekening houdend met
de aanwezige bomen en struiken
werd, met de hand, een smalle
sleuf gegraven over het
zuidelijk gedeelte van de
oostmuur. Hoewel door de
aanwezigheid van een
schuttersputje uit de Tweede
Wereldoorlog en een
gigantische boomstronk het
werk werd bemoeilijkt, konden
uit het diepe graafwerk
(2.80 meter beneden maaiveld
en 1 meter beneden het niveau