17 nog die voet noot zekeren in 1534, (wij herhalen het) hoe regt lom merrijk moet het hier, bijzonder bij den witte paal, geweest zijn, toen, op de noordelijke hoogte, schoone plaats (in een De plaats, namelijk van WICHERS, wiens broeder, op beschuldiging van de partij der Wederdopers toegedaan te zijn, ter dood gebragt werd. zie de Schager kronijk, en ande re), van voren met zware linden, en van achteren met eenen moes tuin en boomgaard, door kreupel— bosch omringd, aanwezig was; toen op de zuidelijke hoogte, nog een beroemd bierhuis stond, achter welke zich een hof tot aan het meer uitstrekte. (in een voet noot: Dit meer is nu geheel droog maar wordt nog "De Meer" genoemd) Dit bierhuis heette De Witte Roos. De oorsprong van de paal wordt door Bok gezocht in het verre verleden. Hij zegt hier over: "Was het nu hier, op dezen drie sprong, waar nog heden die witte paal staat, dat Wi1lebrordusof een der zijnen, die de blijde boodschap met zoveel zegen verkondigde, dat zeer velen de zelve aannamen, geloofden en zich in het belendende meer lieten doopen? etc.dan voorzeker ver diende deze driesprong wel, dat men denzelven door eenen gedenk— paal kenmerkte. Dit is leuk bedacht, maar of het waar is valt te betwijfelen. Hoe oud is de Witte Paal dan wel, en waarom is hij op die plaats opge richt De mededeling in een voetnoot op blz.172: "Heden (1827) is dit paaltje, op order van het Be stuur, weder hernieuwd, en wit geschilderd.zal kloppen. Mis schien heeft Bok het schilderwerk zelf gedaan aangezien hij in die periode in officiële acten als beroep "verwer" liet vermelden, en heeft hij tijdens het werk zijn verhaal verzonnen, we zullen het nooit weten. Omdat de paal in 1827 vervangen moest worden van wege ouderdom, zal hij ruim voor dat jaar geplaatst zijn. Ook om niet direct door de mand te val len bij oudere lezers, die zich een periode zonder paal zouden kunnen herinneren moet de paal er al geruime tijd hebben gestaan. De opmerking in een voetnoot op blz.170 geeft ook aan, dat de paal van oudere datum is. Deze luidt: "Het is al bijzonder, en kan als eene overlevering be schouwd worden, dat men nog voor een paar jaar staande hield, dat het bij het tegenwoordige witte paaltje spookte. Dit is niet verwonderlijk, want er worden vaker verhalen verzon nen rond objecten waarvan men de historie niet meer kent. Op de bekende oude kaarten, zoals die van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West—Friesland staat er niets aangegeven. Ook de Topografische en Militaire kaart 1:50.000 van 1863 staat hij niet aangegeven, evenmin als op de bekende gemeentekaart van Hugo Suringar. Misschien is er op oude polderkaarten iets terug te vin den of is de paal vermeld in oude notariële acten van grondverkoop aan de Grotewallerweg of de Laan (nu Zuiderweg). Conclusie We kunnen concluderen dat er voor 1827 op de hoek van de Grotewal— lerweg met de huidige Zuiderweg, die toen nog Laan heette een paal stond, die in het genoemde jaar vernieuwd en wit geschilderd is. Waarom deze paal hier geplaatst is weten we niet. Het is zelfs mogelijk, dat pas na het ver schijnen van het boek een gewone afscheidingspaal een speciale be tekenis heeft gekregen. R. J. M. van de Pol

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1987 | | pagina 20