9
De individuele burger kreeg deze
niet persoonlijk opgelegd; zover
strekte de macht van de vorst
niet Het dorp of de stad werd
aangeslagen en het gemeentebe
stuur diende voor een evenredige
omslag per inwoner te zorgen.
Aanvankelijk bestond rijkdom uit
grondbezit. Daarom telde men de
"morgens" land die tot het dorp
of de stad behoorden: men sprak
van "morgentalen", d. i. het aan
tal morgens waarvoor de gemeente
stond aangeschreven en waarvoor
men belasting diende te betalen.
Bovendien waren hierbij kerkelij
ke en adellijke grond vrijgesteld
In de latere middeleeuwen, onder
de Bourgondische vorsten die
voortdurend bezig waren hun be
stuur te centraliseren en te
verfijnen, stapte men af van deze
traditionele grondbelasting, om
dat ze in toenemende mate als on
billijk en vooral ook als ondoel
matig werd gezien: de samenleving
veranderde; naast de landbouw
kwamen nijverheid en handel sterk
op, naast grondeigendom ontston
den nieuwe kapitaalvormen: er
bleef met het oude sijsteem te
veel kapitaal buiten schot.
Men schatte het vermogen van
steden en dorpen voortaan naar
het "getal der schilden" de
toen meest gebruikte grove munt
eenheid. Men sloeg een plaats
dus niet langer aan op de "mor
gentalen", maar op de
"schildtalenToen later de
schild verdween als rekenmunt en
het pond hiervoor in de plaats
kwam, werd de benaming "schild—
tale" vervangen door "schotpond"
of "verponding". Het sijsteem van
belastingheffing veranderde daai
mee echter niet en beide bena
mingen werden door elkaar ge
bruikt: zo diende de "informacie
upt stuck der verpondinghege—
daen inden jaere MDXIV (1514)"...
"tot vernyeuwinge der schilta-
len.
Teneinde tot een zo eerlijk moge
lijke, evenredige verdeelsleutel
voor de schildtale of verponding
te komen, werden er regelmatig in
het betreffende gebied door be
ëdigde commissarissen onderzoeken
ingesteld naar de welstand van de
dorpen en steden. Aan de hand van
een tevoren vastgesteld aantal
vragen werden de plaatselijke no
tabelen en geestelijken onder ede
gehoord. Dergelijke onderzoeken
zijn bekend uit 1436, 1448, 1462,
1477, 1496 en 1514. (Daarna werd
het sijsteem ingrijpend gewij
zigd. Met name uit 1514 zijn de
uitvoerige verslagen van de com
missarissen nog aanwezig. Uit
deze verslagen blijkt enerzijds
dat de commissarissen aan de doi
pen andere, minder uitvoerige in
formatie vroegen dan aan de ste
den. De laatste hielden er een
betere, meer gedetailleerde
boekhouding op na en bovendien
ging het bij de steden om grotere
sommen geld. Anderzijds blijkt
uit de verslagen ook hoe weigei
achtig veel steden waren met het
verstrekken van de gevraagde
gegevens. (In 1514 was vooral
Dordrecht zeer traag en onvol
ledig.
Hierbij vindt u twee gedeelten
uit de verslagen van 1514, te
weten
a. de instructie voor de commis
sarissen, met de twee reeksen
vragen, en b. het verslag voorzo
ver het Schagen betreft. N. B.
Schagen wordt niet als stad
aangemerkt: de tweede serie vra
gen wordt gebruikt.
INSTRUCTIE
Instructie voor den commissaris
sen upte informatie die by hem
luyden van noode es gedaen te
werdden in Hollant ende Vrieslant
daer uyt men commen zoude mogen
tot vernyeuwinghe ende gelijck-
heyt van den schiltaelen.
IN DEN GROOTEN ENDE CLEYNEN
STEDEN.
1°. Eerst te sien die rekeninghen
van den selven steden, omme daer
by te weten tgeheele ende jaer-