ling). De Ortskommandatur was na 1941 tijdelijk gevestigd in het
schoolgebouw aan de Stille Laan, waar later een afdeling Feldgendar-
merie werd ondergebracht. Op de boerderij van C. de Groot aan de Mo
lenweg was een radiozend- en ontvangstation gevestigd, gereliëerd met
de Luftwaffe. De boerderij van Jimmink aan het kanaal naar Kolhorn
huisvestte een radarinstalatie die op de geallieerden buitgemaakt was
in Duinkerken. Veel werd er door de Duitsers gevorderd. Juli 1941
moesten diverse metalen worden ingeleverd. Er werd toen 75 kg. koper,
55 kg. tin en 430 kg. lood ingeleverd. Geen groot succes voor de
Duitsers. Veel werd toen in de grond verstopt (voor tin niet zo best)
Men kreeg voor de ingeleverde materialen een vergoeding. Werd deze
niet opgehaald dan verviel de opbrengst aan de Winterhulp. Ook de
kerkklokken werden weggehaald doch de Duitsers vergaten het kleine
raadhuisklokje. Alleen de klokken van de R.K. Kerk zijn na de oorlog
teruggevonden. Later moesten ook nog radiotoestellen (1943) fietsen
(1944-'45) en prikkeldraad worden ingeleverd. Ook werd beslag gelegd
op paard en wagens. Burgers werden gedwongen wacht te lopen vooral
gedurende de sperrtijd (20.00 05.00 uur) en loopgraven en
tankgrachten te maken onder toezicht van de Duitsers. De burgemeester
werd vervangen door een N.S.B. er. In 1944 vertrok deze man naar
Naarden en werd de burgemeester van Den Helder als waarnemend burge
meester aangesteld. Niet lang daarna werd een oud-SD agent, leider
van het kamp Westerbork, zijn opvolger. Deze bleef tot het einde van
de oorlog. Op 12 september 1944 was de treinramp. Twee Duitsers
lieten hierbij het leven. Uit reacties uit de zaal bleek dat het niet
zeker is wie de personentrein van de munitietrein heeft losgekoppeld,
de Duitsers of de stationschef M.van Broeke en de beambte Berkhouwer.
Groot was de ravage. Vier huizen aan de Stationsweg brandden geheel
af, alsmede het z.g. kaaspakhuis in de Roosstraat. Tien huizen aan de
Hoep werden zo zwaar beschadigd dat ze later gesloopt moesten worden.
Het verzet in Schagen was later in de oorlog goed georganiseerd en
ook de hulp aan onderduikers (zeker na de spoorwegstaking van
september 1944) was prima geregeld. Er cirkuleerden diverse illegale
bladen in Schagen, waarvan er twee, Vrij Nederland en Het Nieuws in
Schagen gedrukt werden bij Van Ketel en Plukker. Er waren volgens
spreker 16 joden uit vier Schager families weggevoerd en nooit meer
teruggekomen. Aanwezigen uit de zaal konden echter vertellen dat
enkelen na de oorlog een natuurlijke dood zijn gestorven. De geschie
denis van Den Helder heeft het beeld van Schagen in de oorlogsjaren
sterk beïnvloed. Helderse evacuees kregen hier de bijnaam Piet—
Heinen. Gemeentediensten uit Den Helder werden hier ondergebracht en
vele Helderse gezinnen woonden in huize Avondrust. In de hongerwinter
waren er veel z.g. hongertochten van mensen uit de grote steden op
weg naar o.a. de Wieringermeer voor voedsel. In o. a. de drukkerij van
Trapman aan de Laan werd hen eten uitgereikt. Op 3 januari 1945 werd
een overval gepleegd op het raadhuis te Schagen door vijf verzetslie
den. Alle kaarten van het bevolkingsregister werden meegenomen,
alsmede alle aanwezige gemeentestempels en blanco persoonsbewijzen
met zegels. In april 1945 kwamen er nog meer evacuees toen de Duit
sers de Wieringermeer onder lieten lopen Het broodrantsoen was in
die tijd gereduceerd tot een half brood per week. Een echte
bevrijding door Canadezen heeft Schagen niet gekend. Zij trokken
langs het Noordhollandskanaal direct naar de marinebasis Den Helder.
De B.S. (binnenlandse strijdkrachten) was gevestigd in 't Oude Slot
aan de Markt, het voormalige kringhuis van de N.S.B. Op 8 mei werd de
N.S.B. burgemeester gearresteerd en de zelfde— en de volgende dag 40
politiek verdachten die voorlopig werden ondergebracht in de