12
WERKGROEP KLEDING EN
KI II\1 ~r KI T.IVZF^F? I-IF^ Tn
NOORD HOLLANDSE KLEDING OMSTREEKS 1900
Op 19 februari 1987 vond in het Oude Slot te Schagen een
bijeenkomst plaats van de werkgroep Kleding en Kunstnijver
heid van de Historische Vereniging Schagen en Omstreken.
De heer D.Schuitemaker, lid van het bestuur van het
Historisch Genootschap Oud West—Friesland hield een lezing
over de klederdrachten in onze omgeving. Deze zowel door
vrouwen als mannen druk bezochte bijeenkomst werd geïllus
treerd door dia's waarbij het museum Betje Wolff, Midden
weg 178 te Midden Beemster, maar vooral de prachtige tuin
er omheen als dekor diende. Dit agrarisch—1iterair museum
bezit prachtige stijlkamers maar de keuken sinds 1757
praktisch in originele staat, is werkelijk een juweel.
Wat velen misschien niet weten is dat dit museum de op één
na mooiste kollektie oude kleding van Noord Holland bezit.
Helaas is deze kollektie voor het publiek moeilijk toe
gankelijk aangezien er geen aangeklede poppen in vitrines
staan, maar de kleren, evenals de sieraden en prenten keu
rig in laden opgeborgen zijn. Voor het maken van de dia's
had men de kleding uit de laden gehaald en een aantal Beem
ster 1 i ngen bereid gevonden te poseren en te laten zien hoe
boeren en boerinnen, maar ook anderen omstreeks 1900
gekleed gingen. Helaas is er praktisch geen
werkmanskledingkinder en jongedameskleding uit die tijd
over, hetgeen als men er over nadenkt ook niet zo onlogisch
is. De spreker, boer uit Grosthuizen, sterk verbonden met
de streek, vertelde op een prettige, gemoedelijke manier,
veelal puttend uit eigen herinnering, hoe men er rond de
eeuwwisseling bij liep. Wat we o. a. zagen waren: de dames
bij bijzondere gelegenheden deftig gekleed en geblanket
getooid met prachtige juwelen en met schitterende kralen-
tassen; de burrie met hoge zijden hoed en in rokkostuum,
die een wandelstok in de hand hield die hij kon verlengen,
verkorten en verdraaien zodat hij de schoft van een koe kon
meten (de burrie was vaak een rijke boer die zijn baan als
erefunctie zag). Schitterend was de kassiesman met zijn met
een enorm assortiment artikelen gevulde kassie, de huis
schilder met zijn typische lange kiel, het potten— en
pannewijfie met haar enorme handkar, de aanspreker, de
"kippenskosser", de spekulaaswijvies, de bedelman, de
mookspeulder enz. Altijd werd aan de deur gekocht en alleen
de lappiespoep en natuurlijk de man met de "goudkist"
mochten binnenkomen. Deze man met de goudkist was een agent
van de stadsjuwelierdie met een grote waarde aan goud en
juwelen, daarheen ging waar een huwelijk of een andere
feestelijke gelegenheid, waarbij een geschenk paste, op
komst was. Hij reed met deze waardevolle kist achter op de
fiets onbeschermd door het polderland. De dia's waarbij
iedereen gekleed was als ca 1900 waren van uitzonderlijk
goede kwaliteit zodat ook de details goed zichtbaar waren.
Na de pauze bleek welk een groot kenner Schuitemaker is op