18
v.d. Kreeke waarom ze de kachel niet eerder uit had laten gaan,
zei ze: ,,Het is buiten zo koud en als die jongens dan weer
binnen komen is het hier tenminste warm".
Een paar maanden na die verhuizing kregen wij voor het Bureau
Oogstvoorziening opdracht arbeiders te gaan halen uit Finster-
wolde en omgeving om in de bollenstreek te gaan werken. Deze
mensen werden 's maandagsmorgens gehaald en 's vrijdagsavonds
weer teruggebracht. Toen ik ze de eerste vrijdagavond allemaal
op hun plaats had gebracht en 's avonds 8 uur in Finsterwolde
de bus leeg had, ging ik nog even naar dominee v.d. Kreeke. Er
werd meteen koffie gezet, want hij was zo blij weer een Noord
hollander te zien, dat toen hij hoorde dat ik er voorlopig
iedere vrijdag zou komen, ik hem moest beloven dan weer bij hem
te zullen komen. Dat heb ik dan ook al die weken gedaan, de
tafel stond dan gedekt voor een diner, want zij gingen dan ook
niet eerder eten voor ik er was.
Dominee voelde zich er helemaal niet op zijn plaats, hij wilde
zo graag praten, en met die arbeiders daar, daar was niet mee
te praten. Die waren eeuwen door die boeren en notabelen onder
de knoet gehouden, zodat ze toen nog bang voor de dominee waren.
En die boeren die spraken Gronings en zo'n sociaalvoelende
dominee die paste niet bij hun.
Later ben ik met mijn vrouw en mevr. Winkel nog een keer naar
Finsterwolde te gast geweest. De auto, een Ford Mercury van v
1956 met een 220 PK motor, liep 200 km per uur maar gebruikte
dan 1 liter benzine op 2J km, zodat ik naar Finsterwolde heen
en terug 160 liter benzine nodig had voor 400 km. Toen ik
's avonds terugkwam uit Finsterwolde, ging ik daar 11 uur van
daan en was 1? uur later in Schagen. Nadat ik bij mevrouw
Winkel voor de deur stopte en zei "we zijn er", zei ze tegen
mijn vrouw, "hoe kan dat nu, je man reed zo zachies", terwijl
ik een gemiddelde snelheid van 160 km per uur gereden had.
Later is Ds. v.d. Kreeke weer naar Noord-Holland gekomen en is
in Berkhout gaan wonen.
t
A Kapitein