Ook verwerkt Pannekeet de bekende spreuk van Bredero "'t Kan verkeren" in de laatste volzin van het stuk. Bredero zelf schrijft deze spreuk na zijn naam waarmee hij zijn werk, onder tekent, dus buiten de tekst van de klucht. Pannekeet zorgt op deze wijze voor een zeer herkenbaar slot en werkt toch in de geest van Bredero. Immers zijn klucht "Symen sonder Soeticheydt" bevat in de laatste zin dezelfde spreuk, terwijl de "Klucht van de Meulenaar" en de "Spaanse Brabander" beide eindigen met een andere bekende spreuk van Bredero: "Al ziet men de lui, men kent ze niet". Pannekeet volgt Bredero waar deze de beschouwen de samenvatting aan het slot laat zeggen door Joosje, de op- trekker (fuifnummer, in de voorstelling van OZOS Waiert ge noemd). Regisseur Jos van Dijk laat deze passage echter elk voor een deel zeggen door de bedrogenen, terwijl hij de laatste regel met daarin de moraal de dief in de mond legt. De dief waarschuwt dus voor zijn eigen soortgenoten en heeft zo in de voorstelling van OZOS het eerste en het laatste woord. De voorstelling van OZOS. De Westfriese bewerking van de "Klucht van de koe" is nooit eerder vertoond. De wereldpremière ervan vond plaats op de Westfriezendag van het Historisch Genootschap Oud West-Fries land op 6 september 1986 in het Scagontheater te Schagen. De voorstelling duurt een uur en blijkt ook voor niet-dialektspr,e- kers goed te volgen. Joop van Diepen, kenner, schrijver en spreker van het Westfries, heeft adviezen gegeven betreffende uitspraak en intonatie. Tevens zijn door hem, spelers en regisseur enkele tekstwijzi gingen aangebracht, die in hun oren dialektischer klinken. De koe wordt in de regie van Jos van Dijk een personage en speelt een bijzondere rol in de changementen. De Hoornse kunstschilder Meindert Kok vervaardigde voor OZOS een horizondoek van 3 x 20 meter, voorstellende een Westfries landschap met op de achtergrond de stad Hoorn. i Henk Kok, Korenmolen IA, 17A2 KK Schagen. 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1987 | | pagina 18