o.a.: een herberg in een dorp, de dorpskermis, een herberg net
buiten de stad, boeren, handelaars, bedriegers, de veemarkt,
een zich beklagende echtgenoot, borrelpraat en roddelverhalen.
Het Westfries zoals dat gesproken werd tussen ongeveer 1900 en
1940, blijkt deze onderwerpen en situaties wel genuanceerd en
raak te kunnen uitdrukken. Dat doet althans DrJan Pannekeet
in zijn vertaling/bewerking van de "Klucht van de koe" (1974).
Zelf noemt hij het een "zeer vrije Westfriese bewerking".
Een geslaagde hertaling.
Pannekeet is erin geslaagd een berijmde vertaling/bewerking te
maken zonder stoplappen. Veel typische Westfriese woorden en
uitdrukkingen heeft hij op ongekunstelde wijze in de tekst ver
werkt. In de beschrijving van Joosje's kwaaie echtgenote doet
Pannekeet niet onder voor Bredero. De vrije vertaling van de
passage waarin de dief de boer weet te bepraten, voor hem de
koe te verkopen is zeer overtuigend.
In de klucht spot Bredero met de Rederijkerskunst door de boer
een rederijkersvers op te laten zeggen vol met onbegrepen
Franse woorden. Pannekeet verwerkt in dit vers kundig enige
Westfriese woorden die van Franse oorsprong zijn, zoals bemen-
tenere (Frans: maintenir, in stand houden), foksere (Frans:
forcer, dwingen) en ruiterere (Frans: retirer, terugtrekken).
Verschillen met het origineel van Bredero.
Bredero' Klucht bevat 677 regels. De hertaling is ruim 100 re
gels korter; Pannekeet laat o.m. passages met sterk tijdgebon
den kritiek weg. Tevens vertelt de boer, met de dief onderweg
naar Hoorn, slechts één verhaal over een verkwistende schoon
zoon, terwijl de boer in het oorspronkelijke stuk over drie ge
vallen uitweidt.
Een tweede verschil zit in de plaatsnamen. Bredero's Klucht
speelt zich af in Ouwer-kerck, Amsterveen en Amsterdam. Panne
keet verplaatst de handeling naar Woidenes en Hoorn.
Bredero laat Joosj'e aan het slot van de Klucht opmerken, dat,
als de Rederijkers de geschiedenis van de koe zouden kennen,
zij er een klucht over zouden spelen. Pannekeet maakt daarvan:
"Kreeg Bredero er lucht van, dan maakte-n-ie d'r 'n klucht van".
15