22
gebouwen.
Dit alles de burgerij zo soet mogelijck voorgesteld, als immers
mogelijk was, met hun te verzekeren, dat zoo dra daaromtrent
dergelijke maatregelen mochten worden genomen en de wetten
zulks toelieten, wij niet souden mankeren zulks dadelijk te be
werkstelligen. Dit heeft ten gevolghe gehad, dat niet alleen
eenige, maar ik durf mij flateren van bijna de gansche burghe-
rij hetselve met veel genoegen heeft aangenomen en dadelijk de
vlagge van de toorn en de andere gebouwen hebben ingehaald, so-
dat heden de volmaackste rust en goede orders bij ons heersen.
Ook is bij deze gelegenheid eenige twist ontstaan tusschen
eenige burgers en den veldwachter, soodat tusschen de selve een
grote verbittering is ontstaan en om de gemoederen zo veel
mogelijk tot bedaren te brengen heb ik den veldwachter geordon
neerd om provisioneel het wapentuig aan mijn te moeten over
geven, hetwelk door mij is opgeborgen met het oogmerk om binnen
weinige dage het aan hem op zekere voorwaarden terug te geven.
So ik hier in iets mocht misdoen, verzoek ik U daaromtrent na
dere order.
Ik heb de eer met achting te zijn, de Maire voornoemd,
Jb. Zutt
Aandachtige lezing van dit schrijven doet u duidelijk worden, dat de maire
Jacob Zutt een voorzichtig man was, die alle kanten heen kon.
Van broze benen gesproken.
Het ging er in die dagen soms lustig toe. Dezelfde Jacob Zutt, woonachtig
in Eenigenburg (de boerderij aan de Selschardijk nr. 7 staat er nog), ging
steeds ter vergadering naar Sint Maarten met één der leden van de vroed
schap. Op een keer geraakten beiden vol "soeten wijns", zo wil de legende
het, tengevolge waarvan ze het rijtuig niet meer meester waren en van de
Westfriese dijk tuimelden. Het lid van de vroedschap was zo onfortuinlijk
daarbij een been te breken. Toen de man goed en wel hersteld was en er weer
eens een vergadering van de vroedschap zou plaats vinden, schreef hij een
briefje of hij weer met de maire Jacob Zutt ter vergadering kon rijden.
Waarschijnlijk zal er op zijn gelaat enige verbazing te lezen zijn geweest,
toen hij het antwoord las: Iemand met zulke broze benen wenste de maire
niet meer mee te nemen.
W.K. van Schoneveld, Eenigenburg.