16
ten, voor zover deze niet waren volgeslibt. Hoewel de aanleg van de muren
vrij zwaar was, moet men zich van de hoogte geen overdreven voorstellingen
maken; deze was zeker niet meer dan een paar meter, gelijk uit de resulta
ten van een bouwkundig onderzoek aan het kasteel in Medemblik valt af te
leiden.
Het binnenterrein van de voorburcht kan overigens voor vele doeleinden heb
ben gediend; er zullen stallen voor paarden en vee en schuren voor hooi en
leeftocht hebben gestaan. Er zal ruimte zijn geweest voor oefeningen in de
wapenhandel
De hoofdburcht
De toegang tot de hoofdburcht liep via een zware toren aan de binnengracht,
de poorttoren, welke een indrukwekkend bouwwerk moet zijn geweest. Ook hier
lag een beweegbare brug; sleuven voor het wegdraaien van de draagbalken
zijn nog in het voorhanden zijnde muurwerk te vinden, men weet echter niet
precies hoe de constructie is geweest. In de muren uitgespaarde afvoeren
bewijzen dat de toren tenminste twee privaten heeft gehad, die nog herken
baar zijn in funderingsresten van de zijmuur. Men mag aannemen dat ook de
poort berekend is geweest op de legering van een flink aantal krijgsknech
ten, doordat er tenminste twee vertrekken zijn geweest waar men mensen kon
onderbrengen
Een ander zeer belangrijk onderdeel van de hoofdburcht is de op de linker
hoek van de voorzijde gelegen hoofdtoren, de zg. "donjon". Deze toren had
muren van 2,5 meter dik, de zwaarste van het gehele complex. In de muur aan
de grachtzijde moet, gezien de gevonden afvoerkoker, eveneens een privaat
hebben gezeten, waar de slotheer zich als het moest met zijn gezin en enke
le laatste getrouwen, wanneer hij de burcht verder in handen van de vijand
moest laten, kon terugtrekken. A.1 met al was de toren er helemaal op ge
bouwd om langdurig tegenweer te kunnen bieden. De buitenmaten van de toren
waren ongeveer 11 bij 11 meter; de vertrekken kunnen ongeveer 5 bij 5 meter
zijn geweest, niet overdadig groot, maar dat waren dan wel de ruimten die
men in de winter nog redelijk kon verwarmen.
De tijdens het graafwerk in het binnenterrein gevonden puinsporen, geven
aanleiding tot de veronderstelling dat er aan de achterzijde over de hele
breedte van het plein een woonvleugel met een diepte van ongeveer 6 meter
zal hebben gelegen, welke door tussenmuren in enkele vertrekken was ver
deeld. Rechts achter de woonvleugel steekt nog een kleine vierkante toren