8
oppervlak door oxidatie sterk is verlaagdzoals dat in de oudst ontgon
nen delen het geval was,maar ook langs de oevers van de riviertjes.
Vooralsnog ziet het er niet naar uit dat er een ontginning heeft plaats
gevonden vanuit de Lv.tjewallerweg,zodat dit weer een aanwijzing kan zijn
voor het bestaan van een oude waterloop (afb.9).Langs het verlengde van
de Lutjewallerweg loopt een brede sloot waarop vanuit het oosten "De
Gouw" afwatert.Ook dit toont aan dat de sloot vroeger een groter en be
langrijker water geweest moet zijn.Tenslotte iets over de laat-middel-
eeuwse "heerlijkheden" Schagen en Barsingerhorn:de grens tussen die
twee volgt het verloop van de veronderstelde "Midden-leek".
Zó lijkt het gebied dat Dirk II in 9S5 in handen kreeg,vrij zeker be
paald bovendien schonk de graaf er vier jaar later een deel van aan het
"eigen" klooster te Egmond (22).
Wonen in het veen
Een der belangrijkste voor een definitieve vestiging van mensen in een
veengebied is,dat de afwatering goed funktioneert,of eenvoudig is te
verbeteren.Waarschijnlijk al in de Romeinse tijd is er een wijdvertakt
stelsel van stroopjes en rivieren in de Schagerkogge aanwezig,waarlangs
de inheemse bewoners hun nederzettingen hebben gesticht.Dicht bij een
beek of rivier wordt de afwatering het best geregeld,en ligt een trans
portroute voor de deur (afb.7)»Toch gebruikt men in die tijd ook door
dieren getrokken karren,hetgeen wordt aangetoond door teruggevonden delen
van grote wagenwielen roet spaken.De weg zou dan een knuppelweg geweest
kurmen zijn.Rond de boerderij graaft men een sloot om het huis droog
te houden en ook om de akkers worden greppels aangelegd.
Pas in de 10de eeuw gaat men er toe
over oin grootschaliger verbeteringen
in het afwateringssysteem aan te
brengen,naar het zich laat aanzien
voor het eerst op de plaats waar nu
Schagen ligt.Twee riviertjes,die we
zullen noemen naar de namen die
restanten ervan tot in onze eeuw
dragen,- de Leets en de Loet -.stro-
men op een bepaald punt vrij dicht
naast elekaar;daar tussen wordt een
verbinding gegraven die het uitgangs
punt gaat vormen voor de stelselma
tige ontginning van het terrein ten n, wjc IV„W.
zuiden daarvan (afb.S).Precies na
jneran
!)c ccrsfc 120 hu run Je an/u.
H! (i t n r n i: V