13
enerzijds de inheemse nederzettingen onderling en anderzijds de
bevolking in het geromaniseerde gedeelte van het land.
De grootste bloei voor de inwoners van de Schagerkogge vindt plaats
in de periode tussen 180 en 230 n.Chr.Daarna schijnt het snel berg
afwaarts te gaan,waarschijnlijk tengevolge van ecologische factoren,
waardoor men meer energie moet steken in het voorzien in de eigen
behoeften.Dat een verarming van de bevolking als geheel,zijn groot
ste effect heeft op diegenen die zich hebben toegelegd op handels
activiteiten,moge duidelijk zijn.Zeer wel mogelijk is door het in
zakken of zelfs verdwijnen van de handel,de gehele infrastructuur
van de inheemse nederzettingen verstoordhetgeen tot een versnelde
algehele verpaupering zal hebben geleid.Naar de laatste stand van
onderzoek zal dat rond het jaar 270 het geval zijnrtot nog toe is
geen enkel Romeins produkt van na die datum gevonden.Hoeveel langer
de bewoning zich in het snel natter wordende milieu heeft weten te
handhaven,valt moeilijk te zeggen,zolang er geen inzicht bestaat in
de chrono-typologische verschillen van de inheemse keramiek.Erg
lang na 300 zal dat niet zijn geweest.Toch kan er ook een omge
keerde redenatie worden gemaakt,die uitgaat van de gebeurtenissen
binnen het Romeinse Rijk„Bet gehele tweede en derde kwart van de
3de eeuw wordt gekenmerkt door een snelle opeenvolging van elkaar
bestrijdende keizers en de vele legeraanvoerders die tegen het
centrale gezag in opstand komen.Als in 259 Postumus gebruik maakt
van de zwakte van de keizers en zich laat uitroepen tot keizer van
het "Gallische Keizerrijk" betekent dat,dat hij en zijn opvolgers
Tetricus en Victorinus nog ruim tien jaar het noordwestelijk deel
van het Rijk kunnen vrijwaren van invallen van Friezen en andere
"barbaren"(9).Als na een hevige strijd met het rechtmatig gezag
van de keizers Claudius Gothicus en Aurelius,het Gallische Rijk
op de knieën is gedwongen,bezwijkt ook de verdedigingslinie langs
de rivieren.Dat betekent het definitieve einde van de handelscon
tacten van de inheemse bevolking met de Romeinen.Bovendien is het
wel mogelijk dat de noordgrens van het Gallische Rijk geheel,of
vrijwel geheel is gesloten tijdens de strijd met de keizers in Rome,
om zo een gevecht op twee fronten te voorkomen.Ook dit kan desas
treuze gevolgen hebben voor de inheemse nederzettingen die voor een
groot deel afhankelijk zijn geworden van de handel.Armoede en het
steeds hoger stijgende water worden een combinatie die er toe leidt
dat men massaal vertrekt uit geheel VYest-Nederland