Jongen met appel heeft
een naam!
Ina Hoogenbosch-Glas
=—=111= Historisch Genootschap
Wieringermeer
Nat Archief, nr. 2.24.14.02. Bestandnr. 254-4928.
Collectie Willem van de Poll. Joods Werkdorp, 1936.
Een krasse dame, de negentig gepasseerd en
met een geheugen dat niet mis is, zo is Klas-
ke Reitsma. Zij wilde graag iets weten over een
jongetje dat ze op de lagere school in Wieringer-
waard had gezien. Hij kwam van het werkdorp.
Klaske: ‘Het was een leuke jongen met een
mooie bos krullend, bruin haar. Hij kon heel
goed leren. Hij was even ouder dan ik en zat
een paar klassen hoger. Ik was onder de indruk,
vond hem heel leuk. Martin Laufer heette hij.
Ik weet niet waar hij is gebleven en of hij nog
leeft. ‘Op een gegeven moment ging een golf
van verbijstering door Wieringerwaard want
opeens waren alle bewoners van het werkdorp
weg. Heel het dorp voelde dat er wat ergs ge
beurd was. Wanneer, dat weet ik niet meer. Dit
heeft me altijd beziggehouden.’
Een tweede naam komt boven, Sonja Hirsch.
Een meisje van haar leeftijd. Ook zij was zomaar
verdwenen. Nog twee jongens uit het werkdorp
bezochten de school in Wieringerwaard, maar
namen weet Klaske niet meer. Na uitgebreid
zoeken, onder andere via Roel Wittink en de site
werkdorpwieringermeer.nl en alle informatie
gecombineerd, kon ik Klaske vertellen dat Mar
tin én Sonja de oorlog hadden overleefd. Martin
is met zijn moeder, die voor de oorlog geschei
den was, naar Palestina vertrokken. Dit was een
hele opluchting voor Klaske.
Mevrouw Klaske Collou-Reitsma wist nog wel wat over het Joods Werkdorp. Zelf woon
de Klaske ten tijde van WOII in Nieuwesluis, een buurtschap nabij Wieringerwaard.
Nieuws over de Joodse inwoner van Middenmeer, Henri van Oosten, bracht haar terug bij
haar jeugd. Dit wekte mijn nieuwsgierigheid en ik zocht contact met haar.
Vader Reitsma werkte als kaasmaker op de
melkfabriek. Hij had veel respect voor de Joodse
bewoners, ze werkten hard.
Haar moeder was veel ziek en Klaske, enig kind,
moest na schooltijd helpen in huis. De kachel
opstoken, een ‘gemartel’ om het vuur aan de
praat te krijgen in de duvelkachel, die deed zijn
naam dus eer aan. Houtsprokkelen deed ze ook.
Klaske was 9 jaar toen de oorlog uitbrak en 14
toen het voorbij was. Ze ging als een van de wei
nige meisjes naar de mulo in Schagen, op de
fiets. ‘Ik reed met een groepje jongens en altijd
langs het werkdorp. Ik weet dat er barakken
stonden, die kon je goed zien. We werden eens
beschoten door de geallieerden en wij doken de
sloten in.’ De laatste klas ging ze niet meer naar
school.
Het was geen vetpot thuis. Het volkstuintje,
daar deden ze niet veel aan want een derde van
30ste jaargang 2022/1 nummer 91