Verzetsvrouw Elizabeth Lindenbergh Marinus Meeuwsen in 1945 (1924 - 2011) aan de vergetelheid ontrukt Bevolkingsadministratie gekraakt Penibele situaties waren er genoeg tijdens haar ondergrondse werk in het laatste oorlogsjaar. Zoals twee dagen na een ‘kraak’ van het bevol kingsregister tijdens Oudjaarsnacht 1944. Op 31 december 1944 middernacht hadden vijf ver zetsmannen onder leiding van Adri de Graaf het bevolkingsregister clandestien uit het gemeen- Bij de onderwaterzetting van de polder bleef Eli zabeth tot ver na het middaguur van dag twee, 18 april op haar post. Met enkele stukken baga ge in de fietstas en onderin een pistool fietste zij Slootdorp uit. ‘Het water stroomde over de weg. Ik weet nog dat ik dacht geen misstap maken want de sloot is vlakbij. De sloot zelf zag ik niet meer’, aldus Bep. Een Duitser vroeg haar de weg naar de uitgang van de polder. Bep lachend: ‘Ik heb hem expres de verkeerde kant op gestuurd.’ Haar broers Abraham en Piet woonden in Me- demblik. De rest van het gezin Lindenbergh kwam terecht in de Wieringerwaard. Broer Adri en zijn vrouw Anna Bakker woonden daar ook. Het nieuws over de dood van verzetsman Adri Verzetskrant Terug naar Elizabeth. Zij trad op als koerierster, bracht berichten, goederen en - tijdens winter 1944/45 - wapens rond naar diverse personen. De polder was haar werkterrein. In het laatste oorlogsjaar werden zo’n 60 mannen op een tiental locaties in en om de Wieringermeer getraind en voorzien van in West-Friesland ge dropte wapens. Bij een van haar transporten, waarbij de fietstassen gevuld waren met groen ten, werd Bep door een Duitse patrouille aange houden. Vanwege haar jeugdige en onschuldige gezicht lieten de Duitsers haar gaan. Gelukkig maar, want onder het vrachtje groenten was een aantal stenguns verborgen. Vanaf eind oktober 1944 hielp Bep haar dorps genoot Marinus Meeuwsen op het kantoor bij R.J. Ridder te Middenmeer met stencilen van een lokale editie van verzetskrant Trouw; ze bracht zelf ook exemplaren rond. tehuis te Wieringerwerf weggehaald. Aangekomen op het gemeentehuis zag Bep op 2 januari dat de heren een lade met persoons kaarten vergeten waren leeg te ruimen. In de consternatie die volgde, een komen en gaan van politiemensen en een geïrriteerde NSB-burge- meester Aris Saal, wist Bep ongezien de reste rende persoonskaarten te verdonkeremanen. Bep: ‘De administratie was op de bovenverdie ping. Toen de politie mijn werkkamer binnen kwam, ging ik voor de bewuste lade staan. Een maal vertrokken, deed ik de papieren in mijn tas en liep rustig de kamer uit. Bovenaan de trap, op weg naar beneden, zag ik een Duitse soldaat in de hal staan. Ik stond als aan de grond ge nageld. Ik dacht nu is het klaar, het is uit, ik ga dood. Tegelijkertijd was ik zo helder als wat. Ik haalde adem, wat moest ik anders doen dan de trap aflopen, recht op hem af. De man keek mij vragend aan. Ik zei: ‘Ik neem wat werk mee naar huis’, wijzend op mijn tas. De soldaat gebaar de van ga maar. Ik liep naar mijn fiets en trapte met bonkend hart naar de boerderij van Mans holt. Dat waren lange kilometers.’ De adminis tratie werd door de wapentransportgroep in de kapschuur van Huib de Graaf (Oosterterpweg) verstopt in melkbussen. Bij de drooglegging is deze ongeschonden weer tevoorschijn geko men. Door deze actie vier maanden voor de be vrijding, de kraak zelf en Bep haar nazorg, zijn nog vele levens gespaard gebleven. 29ste jaargang 2021/3 nummer 90

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2021 | | pagina 42