Van de polder naar hartje Mokum
Cees Kaandorp, Ingrid Feikes, John Kaandorp, Riny Reiken.
Amsterdam
‘In 1984 ging ik in Amsterdam wonen.
Waarom eigenlijk? Ik werkte in Mid-
denmeer bij de Hollandse Maatschappij
Zangvrienden
‘Ik wil een paar namen noemen, maar dat is niet
het belangrijkste. Dat ik anderen niet
noem, zegt niks, ik wil niemand tekort
doen. Met elkaar waren we een hechte
zangclub. Zelf repeteerde ik altijd naast
Ingrid Feikes en dat schiep een band.
Haar moeder Alie zong zelfs 55 jaar bij
Thalia. Helaas zijn onze zangvriendin-
nen Joke van de Aart, Sita Monshouwer
en jeugdvriendin Rennie Bonnema (ja
renlang inspiciënt naast dirigent Joop)
overleden. Maar de mooie herinnerin
gen blijven.’
Operette
‘Mijn eerste rol in een operette was in Der Vo-
gelhandler van Carl Zeller. Mijn baas Cor van
Zoonen speelde een hoofdrol, samen met Janny
Joon. Later zou blijken dat ik veel te hoog had
gezongen. Mijn ijdelheid werd zwaar bestraft,
de stem was hees geworden, dus moest ik naar
de logopedist om de stembanden weer gezond
te maken. Daarna werd het zingen alleen maar
leuker, ik voelde mij bevrijd.’
‘Een groot feest was het als er operettes in de
Noordoostpolder werden opgevoerd. Het hele
gezelschap van Thalia toog er heen. Er kwamen
ballerina’s uit Amsterdam, waardoor alles nog
meer ging stralen. Andere operettes waar ik een
rol in kreeg waren: La Fille de Madame Angot van
Charles Lecocq, Der Zigeunerbaron en Eine Nacht
in Venedig van Johann Straus jr. In die laatstge
noemde moest ik vanaf een balkon als Barbara
een sleuteltje gooien naar Elbert Dokter. Daarbij
trilden niet alleen mijn stembanden
den. Het was dikke pret, maar onze prestaties
mochten er zeker zijn. Met trots over een eer
volle vermelding in de Wieringermeerbode, we
leverden topkwaliteit.’
Nepfruit
‘Onze dirigent Joop Fransen had er een hele
klus aan om het koor goed in het gareel te hou
den. Achter de coulissen was het vaak dolle pret,
de meisjes met hoepelrokken aan en zwaar in
de make-up, de heren druk bezig om de dames
te plezieren. Zij versierden ons met de attribu
ten, rekwisieten. Heb je ooit een soldatenkoor
gezien met kunstfruit achter de oren en kunst-
bananen tussen de broekrits of druiven tussen
de tenen? Nét voor het doek openging werd
het nepfruit snel weer op de fruitschaal terug
gegooid. Als het doek dan opende, trokken de
‘soldaten’ hun gezichten weer in de plooi. Wij
konden ons schaterlachen nauwelijks inhou-
Ik hoorde en zag haar voor het eerst zingen bij
Thalia. Toen woonde de familie Reiken in de Pa
trijsstraat. De vonk van het zingen was in 1976
zo groot dat ik mij aansloot bij zangvereniging
Thalia.
Ik gaf alles als sopraan en kreeg grote voorkeur
voor operette. Ik kon me in de muziek heel erg
uiten en ik nam zangles bij mw. Denkers uit
Den Helder. Een jaar later trouwde ik met Paul
Hakze uit Slootdorp. Paul verraste haar door
ook toe te treden tot Thalia, hoewel het voor
hem meer een uitje was. Zo werd er thuis ge
oefend met toonladders en zong zelfs de hond
mee. Bij Thalia was ik bekend als Riny Hakze.’
29ste jaargang 2021/3 nummer 90