E Ja
I
Ja, dat was toen heel anders... Uit het levensverhaal van Albert Zuidhof
Het gezin Albert Zuidhof
Een arbeidzaam leven: opgetekend door Albert
Zuidhof maart 1992; vastgelegd door Albert
Leegwater (kleinkind); bewerkt door Ina Hoogen-
bosch-Glas; foto’s uit het familiearchief
In Slootdorp werden in de Kruisstraat nieu
we Zweedse noodwoningen gebouwd. Omdat
Albert voor de voedselvoorziening werkte als
dorsmachinist kreeg hij een woning toegewe
zen. Aan de ene kant op de hoek woonde zuster
Schouten en aan de andere kant mevrouw Van
Don, onderwijzeres aan de rooms katholieke
school. Op de andere hoek woonde de familie
Belgraver, opzichter bij Domeinen. In augustus
1946 kwamen ze naar Slootdorp. Van Wieren
kwam met een grote verhuiswagen om hen
te verhuizen. Ze waren dik tevreden met deze
woning. Een woonkamer en drie slaapkamers.
De jongste telg van het gezin werd in de stren-
gang. De dorsmachines werden opgeknapt en
er was dorswerk in Groningen. Met een dorsma
chine en een Lanz Bulldog ervoor vertrokken ze
op 1 juli naar Schouwerzijl. Daar werden eerst
de klampen van het jaar ervoor gedorst. Ze gin
gen zo bij verschillende boeren langs. Eerst bij
de veeboeren, want die konden het dorsen beta
len van het melkgeld. Later kwamen de bouw-
boeren aan de beurt. Zo is Albert daar 30 we
ken aan het werk geweest voor Kwant. In het
voorjaar van 1946 kwamen Kwant en Albert
weer naar de polder voor de wederopbouw. Ze
kwamen bij Oegema in de kost; de dorsmachi
ne kwam ook weer terug en werd klaargemaakt
voor de nieuwe oogst.
ge winter van 1947 geboren en de baker die uit
Nieuwe Niedorp moest komen kwam niet door
het slechte weer. Buurvrouw Van Don heeft de
hele was gedaan en tante Ykje kwam om verder
te helpen. Dokter Tamsma kwam nog op tijd, hij
reed toen nog op zijn motorfiets.
In juli 1948 werd er wederom verhuisd nu weer
naar de Havenstraat in Middenmeer. De oogst
stond weer voor de deur en er kon weer gedorst
worden en geploegd. Maar nu niet alleen in de
Wieringermeer maar ook in de Noordoostpol-
der. Hier werd geploegd met twee vierschaar-
ploegen. De grond in de Wieringermeer was
zwaarder, daar reed hij met één vierschaar. Al
bert was hierdoor de hele week van huis wat
hem niet meeviel. Ook voor
Grietje was het zwaar.
Na 28 jaar bij het loonbedrijf
gewerkt te hebben, hij ver
diende toen f 126,00 in de
week, stopte hij en ging in
Amsterdam bij een betonfa-
briek werken. Deze sloot na
twee jaar de deuren en dus
moest er ander werk gevonden
worden. In 1970 kwam hij in
het graan- en kunstmestpak-
huis te werken bij Haytema.
Dat was zwaar werk. Er kwam
zaaitarwe om geschoond te
worden maar ook doperwten
voor de Peter Verburg Conser
venfabriek. Ook karwij moest
geschoond worden. Op 18 juli 1978 was het tijd
perk van het pakhuis ten einde en ging Albert
met pensioen. Het thuis zitten viel hem niet
mee dus zocht hij bezigheden. Dochter Hennie
woonde met haar man aan de Medemblikker-
weg en daar kon hij nog wel helpen met wieden
en aardappels rooien en andere voorkomende
werkzaamheden totdat ze naar de Noordoost-
polder vertrokken naar het plaatsje Creil.
k
T
28ste jaargang 2020/3, nummer 87
L
4