Ja, dat was toen heel anders... Uit het levensverhaal van Albert Zuidhof
16 trekkers geploegd. Na veel ploegwerk met de
rupstrekker van 20pk op benzine kwam de die
sel Caterpillar van 35pk.
Groote en Kok bakten hier brood van voor o.a.
het gezin, een manier van ruilen. In januari
1940 werd een zoon geboren. Het werk ging
evengoed door in de winter nu met de knopbre-
ker (van vlasbolletjes) voor lijnzaad.
In Medemblik was een adres voor het lijnzaad
en dit ruilden ze voor groene zeep om de luier-
was ermee te kunnen doen. In die tijd moest je
ook de radio inleveren bij de Duitsers maar dat
was Albert ‘vergeten’ en hij heeft steeds alles
kunnen volgen. In augustus 1944 schoot een
Engels vliegtuig boven de Ulkeweg op een paar
auto’s. Het waren mensen van de elektriciteit,
een is er overleden aan de gevolgen hiervan en
de ander werd levenslang invalide.
Op 17 april lieten de Duitsers de dijk springen
en moesten ze weg. Alle spullen werden naar
zolder gebracht. Een hulpje uit Den Haag,
Joke Krans, heeft flink geholpen. Het was een
moeilijke tijd ook al omdat er in oorlogstijd nog
drie kinderen waren geboren. Ze vertrokken
samen met de familie Kwant naar Winkel. Met
de dorsmachines de polder uit en daarin enke
le radio’s. Ze kwamen terecht in een schuur bij
mevrouw Meurs.
Het water was inmiddels tot Middenmeer geko
men en Albert is toen met Kwant weer terug
gegaan met de Bulldog om een dorsstel op te
halen. In de schuur vonden ze nog twee biggen
tussen de strobalen en deze hebben ze ook mee
genomen (wat eigenlijk niet mocht). Later zijn
ze met een schuit vanuit Kolhorn weer terug
gegaan om nog meer spullen uit huis te halen.
Het water stond toen al vier meter hoog. Via het
slaapkamerraam konden ze de weckflessen met
varkensvlees inladen; vlak voor de onderwater-
zetting hadden ze nog een varken geslacht en
geweckt. Ze stonden al in het water maar waren
nog goed te gebruiken.
Na de oorlog
Op 5 mei 1945 kwam de bevrijding en de vlag
gen gingen uit. De NSB’ers werden opgehaald.
Er kwamen vliegtuigen over die allemaal broden
dropten. Ze konden de broden ophalen bij de
coöperatiewinkel omdat de bakkers ook ge
vlucht waren. Langzaam kwam alles weer op
Albert op het land van Dekens
In de winter van 1936 - 1937 weer helpen in
Groningen. In die winter werden er boerderijen
uitgegeven aan de Oostermiddenmeerweg en
bij een van de boeren, R. Bolhuis, kon hij per
1 maart 1937 aan het werk. Hij wilde 35 cent per
uur verdienen maar dat ging niet door en toen
vertrok hij naar Kwant waar hij op de dorsma
chine kon komen. Het was het dorsbedrijf van
Van Til, Willemsen en Pastoor, een combinatie.
Later nam Kwant het bedrijf over en werd het
Kwant en Co. Nadat er een dorskast bij kwam
werd hij hier machinist op. Ondertussen werd
er ook gezocht naar een woning want er was op
20 april 1939 getrouwd in Stedum. Ze kregen
een woning aangeboden aan de Kerkstraat 39
in Slootdorp. Voor de vrouw Grietje waren het
eenzame dagen want Albert werkte van ’s mor
gens vroeg tot ’s avonds laat. Er werd een radio
aangeschaft bij G. Venema en zo had Grietje wat
afleiding. Het was geen rijk bestaan: elk dubbel
tje werd een paar keer omgedraaid voordat het
werd uitgegeven. In de winter van 1940 werd
het eerste kind geboren en er zouden nog vier
volgen. In maart werd er weer verhuisd, nu naar
Havenstraat 25 in Middenmeer.
De oorlog
Op 10 mei 1940 brak de oorlog uit. Ook in
Middenmeer kwamen de Duitsers kijken. Alles
ging op de bon. Albert werkte op de dorsma
chine en hield soms wat tarwe over. Bakker De
28ste jaargang 2020/3, nummer 87