Themamiddag Hongerwinter 1944/45
daar in Westerklief op Wieringen terecht kwa
men. Daar werd Gre in 1932 geboren. Vanwege
de woningnood woonden ze met drie gezin
nen in een boerderij. In de buurt woonden ook
werknemers van de Zuiderzeewerken. Gre was
zeven toen de oorlog uitbrak. Haar vader bouw
de meteen een schuilkelder en zette er vijf weck
flessen in met voedselvoorraad. Er heeft nooit
iemand in gewoond. Alleen een zenuwachtige
buurvrouw van dik in de tachtig ging er af en
toe een tijdje zitten voor de rust. Ze hoorden de
bombardementen boven Den Helder. Een Hel-
derse man kwam ook nog bij hen wonen.
'We hebben geen honger geleden', vertelde Gre.
'Iedereen had een volkstuin. Vader was imker
en had dus honing. De ene buur had konijnen,
de andere een geit. Er waren appels en peren.
Melk haalden we bij een boer op Wieringen. We
karnden het en maakten er boter van. De men
sen die in de Wieringemeer werkten, brachten
aardappels mee naar huis.'
Gre's vader verbouwde tabak. Alle mannen
rookten of pruimden. De buurman uit Den Hel
der maakte een tabaksmachientje. Zijn schoe
nen (maat 48) waren kapot, zodat hij niet meer
kon werken op de Rijkswerf. Iemand gaf hem
klompen en zo kon hij weer aan het werk. Er
was geen elektra meer, maar Gre's vader had
een molen. Een lage, want vader had hoogte
vrees. Er kwamen veel voedselzoekers langs bij
de boerderijen op Wieringen. Iedereen kreeg
wat. Er zaten ook weleens zwarthandelaren tus
sen. Gre's vader ging daarom bij de deur staan
'voorsorteren.' Tijdens de onderwaterzetting
zijn veel Wieringermeerders naar Wieringen
gevlucht. Ook Bert Lauret. Gre verbaasde zich
erover dat Bert alle boerderijen en alle boeren
van de Wieringermeer kende. De familie Rijk
verbleef ook tijdelijk op Wieringen. 'Ik heb veel
over de Wieringermeer geleerd', besloot Gre
Schutte haar verhaal.
David Schipper
Hij werd geboren in 1930 in Zeeland. Zijn va
der werkte daar op een proefboerderij. In 1942
kwam hij op de proefboerderij in de Wieringer-
meer aan de Medemblikkerweg. David Schipper
maakte de oorlog bewust mee. Dolle dinsdag, de
voedselbonnen waarmee je in de winkels kon
betalen maar die leeg bleken. In 1944 werden
de gaarkeukens geopend. Tweehonderd ton
witte kool van de boerderij ging naar de steden.
Veel voedselzoekers kwamen met karretjes naar
de Wieringermeer, op zoek naar eten. Langs de
Medemblikkerweg stonden lange rijen uitge
putte mensen, sommigen zonder schoenen. De
familie Schipper had koeien op stal en karnde
boter. De boerderij beschikte over een gasbron
met daarop een oven. Moeder Schipper bak
te de hele dag broden. Alle mensen die langs
kwamen, kregen twee dikke sneden brood met
boter ertussen. Sommige mensen boden hun
sieraden aan tegen eten. Enkele boeren namen
het gretig aan. Iemand uit Beverwijk zag er zo
slecht uit dat hij brood met spiegeleieren kreeg.
Zijn maag kon het niet aan en de man werd erg
ziek.
Op de boerderij werden ook suikerbieten ver
bouwd. Vierhonderd ton ging naar de gaarkeu
kens. De rest werd meegegeven aan de voedsel
zoekers. 'Toen we 's morgens aardappels aan
het rooien waren, kwamen de eerste voedselzoe
kers al langs. Enkelen van hen bleven slapen bij
ons', aldus David.
Het koolzaad dat geteeld werd moest geleverd
worden aan de Duitsers. Daar kregen ze flessen
koolzaadolie voor terug, voor het bakken en bra
den. Vader Schipper moest voor de Duitsers een
tabaksveld aanleggen. De hele oogst ging naar
Hoorn. In ruil kreeg hij benzine. Toen er gebrek
was aan steenkool werden alle populieren en
essen langs de Medemblikkerweg gerooid. In
februari 1945 voer een scheepje vol aardappe
len, gedoneerd door boeren van de Tussenweg
en Medemblikkerweg, naar sanatorium Zon en
Schild in Hilversum.
Toen Schipper hoorde dat dokter Hoogkamer
benzine nodig had om visites te rijden, belde hij
de dokter op met de mededeling dat hij bij hem
benzine kon ophalen. Daarvoor fietste dokter
Hoogkamer enkele keren per week naar de Van
Bemmelenhoeve, hij kreeg ook tabak mee. Dat
bleef hij doen tot zes weken voor de onderwa
terzetting.
27 ste jaargang 2019/3, nummer 84