Een bonk roest uit de winter van '44 '45
Opslag was riskant. Het werd vaak in schu
ren ondergebracht, ingekuild (begraven dus)
of in een schip bewaard. Het eerste schip, de
Troffel, kon een lading van 20 ton herbergen.
Later kwam er een schip met een roefje, de
Jantje, met een capaciteit van 54 ton. Een hele
verbetering. De mannen zaten warm en droog
wanneer ze de wapens schoonmaakten en
klaarmaakten voor aflevering. Soms werden er
peren gepoft op het kacheltje, dan werd het nog
gezellig. Helemaal wanneer er ook nog tabak
was gedropt. Dolf Havelaar had heel toepas
selijk de volgende spreuk boven de ingang ge
schreven: 'Wie niet als vriend hier binnenrent
wordt er vlug weer uitgestend'.
De Wieringermeer speelde een grote rol in de
wapenvoorziening voor de BS in Noord Hol
land. Hier werden voor ongeveer de gehele
provincie wapens opgeslagen, bestellingen
klaargemaakt en zo snel mogelijk verstuurd.
De ondergrondse in de polder was ook belast
met het clandestien voorzien van voedsel voor
onderduikers en de hongerende bevolking in
de grote steden. Dit kon prima gecombineerd
worden. Onder in de scheepjes werden de wa
pens verstopt. Voor dit doel was er een dubbele
bodem aangebracht. Daarop kwamen aardap
pelen, rode bieten, kool, peren, kaas of graan.
Soms was de lading te hoog om onder de lage
bruggen door te gaan. Geen nood, Mansholt
had zo zijn contacten en ineens was het water
peil verlaagd! De angst voor ontdekking was er
altijd. Regelmatig werd de Jantje dan ook ver
kast. Soms lag het schip aangemeerd langs de
Cultuurweg of in een tocht achter een boerderij
aan de Alkmaarseweg. Een veilige plek werd
ook de tocht tussen de boerderijen no. 6 en
no. 8 van de Kolhornerweg geacht. Hier is ook
'ons' geweer opgedregd.
Vanhieruit werden de spullen verdeeld en per
schip naar elders gebracht, zoals Amsterdam.
In het rapport staat een beeldende omschrij
ving van de werkzaamheden van de ploeg, be
schreven door Jan Blijdorp, bijgenaamd Jan de
Rijder. Ik citeer hierbij het verslag van 14 dagen
ondergronds werk.
'Zaterdagmorgen ,26 november, zou Schagen
20 stens, 1 bren, 5 Winchesters en wat hand
granaten ophalen. We brachten het bij Smid
in de schuur. Schagen kwam het niet ophalen
maar 's avonds konden we bovendien nog 50
stens afleveren voor Kolhorn, Anna Paulowna
en Zijpe.
Maandagmiddag, 27 november, trok Smid een
schip van ons dat bij hem in de tocht lag er met
de trekker uit. Er was 35 ton aardappelen in ge
laden. De schipper was met de volle schuit de
tocht in gevaren toen het waterpeil in de polder
ongeveer 60 cm. hoger was .Toen het peil weer
normaal was zat het schip zo vast als een muur.
Mansholt beloofde te zullen zorgen dat het peil
tijdelijk verhoogd werd. Dit was vandaag het
geval. De trekker sleepte hem er met gemak
uit. Daarna werd de kist van Hannes geladen.
Er ging niet zoveel mee. Ongeveer 30 geweren
en wat klein goed, 50 kazen en een baal suiker.
Alles voor Amsterdam.
Dinsdag maakte ik een vergeefse reis naar de
Zomerdijk (bij Wognum) om daar kaas, boter
en suiker te halen.
Donderdagmorgen leverden we 6 brens en 8
bazooka's af aan de Gewestelijke Stormtroepen.
De sectie uit Alkmaar zou het om 9 uur ko
men halen, maar om 1 uur konden we het pas
overladen. Gedurende die tijd stonden we met
een wagen met het spul erop bij ons op het erf
te wachten. De wacht uit Alkmaar was ook al
gearriveerd.
Vrijdagavond 8 december kwam er weer een
bootje van Olivier. Dit werd in de depotschuit
geladen.
Vrijdag hebben we de wapens voor Haarlem
in de Archangel 8 geladen. Het waren 114
stens, 2 brens, 2 bazooka's, 3 revolvers, 3 blik
ken springstof, 80 handgranaten en munitie,
houders en ander toebehoren. Bovendien 17
blikken margarine, 175 blik corned beef en 500
kazen. Ook waren er nog 4 pakketten met ra
dioartikelen voor Amsterdam. Alles werd onder
de voederbieten gestopt. Een smerig karweitje.
Wat er nog over was werd in de 'Jantje' gestopt.
Deze was vandaag gearriveerd. Het schip is 54
26ste jaargang 2018/2, nummer 80