Een bonk roest uit de winter
van '44 '45
Historisch Genootschap
Wieringermeer
Marieke Roos
Dit bonk roest, in het voorjaar van 2018 bij het
uitbaggeren van de tocht naast de boerderij
van Jos Heermans aan de Kolhornerweg naar
boven gekomen, is een geweer geweest, maar
wat voor één? Er is keuze uit een brengun, een
stengun of een Winchester geweer. Want dat
waren de geweren die tijdens de wapendrop
pings in West-Friesland aan de ondergrondse
werden afgeleverd. En juist in die tocht heeft er
tussen november 1944 en april 1945 regelma
tig een zogenaamde depotschuit met wapens
gelegen.
Het begin
Het hele verhaal van de wapendroppings begon
met de komst van twee agenten van de BBO
(Bureau Bijzondere Opdrachten), gedropt op
locatie Lobster bij Wogmeer in de nacht van
8 - 9 september 1944. Hun opdracht was het
organiseren van wapenontvangsten, verdeling
van materiaal en het geven van wapeninstruc
tie. Dit was de aanleiding van de oprichting van
de wapentransportgroep in de Wieringermeer.
Deze groep bestond uit Sicco Mansholt, Adrie
de Graaf, Willem van de Berge, Jan Blijdorp,
Dolf Havelaar, Arie Groenenberg, Geert Koek
koek, Anko Niehof, Kees Oostwouder, Hans
Postel, Adri Kik, Henk van Veen en Joep, een
bij Mansholt ondergedoken Jood.
In totaal zijn er enkele tientallen droppings
geweest. In ongeveer 40 transporten zijn deze
wapens in combinatie met voedsel verder ver
voerd naar verzetsgroepen in de hele provincie.
Vanaf oktober 1944 werd Adrie de Graaf laad-
meester van de BS (Binnenlandse Strijdkrach
ten). Hij was in deze functie verantwoordelijk
voor de wapentransporten naar de Wieringer-
In het uitgebreide rapport Illegaal wapentrans
port in Noord Holland 1944 -1945, samengesteld
door Jan Blijdorp, en te vinden in het archief
van het Genootschap, wordt nauwkeurig ver
slag gedaan van deze droppings.
Vervoer en opslag
In het begin gingen de wapens rechtstreeks per
auto naar Amsterdam. Na een gevecht met de
Landwacht in de nacht van 10 oktober, waar
bij enkele doden te betreuren vielen, werd de
Wieringermeer de centrale opslagplaats voor
het onderbrengen en in elkaar zetten van de
wapens. In de periode oktober 1944 en 17 april
1945 zijn er zo circa drie a vierduizend wapens,
geweren, sten- en brenguns, piats (antikankwa-
pens) en bazooka's en nog eens tien ton spring
stoffen, brandbommen, landmijnen door de
handen van deze groep gegaan.
meer.
26ste jaargang 2018/2, nummer 80