kelijk bij en Adriaan zelfs vernederd. Niettemin werden ze waardig bevonden om naar het nieu we land te komen. De geiten en een paar konij nen werden verkocht om de rit van ongeveer 250 km naar de Raadhuisstraat te bekostigen. Maar het viel tegen; Adriaan vertelt: 'Ik had hier werk, maar financieel viel het niet mee: f 3,65 huur en met schoftig hard werken met dagen van 10 uur een inkomen van f 15,00, we gingen er niet eens op vooruit. Door de eerste jaren kostgangers in huis te nemen lukte het ons om rond te komen. Wat het werk betreft: om 7 uur begonnen we met sloten graven en draineren. Maar oh wee als je vijf minuten te laat kwam door een lekke band, dan werd er twee uur loon ingehouden. En als het je niet zinde: voor jou tien anderen!' Al werkte Adriaanse hard, mee door zijn moei te met 'het gezag' leken zijn kansen op een boerderij verkeken. Na vier jaar werken voor 'De Cultuur' trad Adriaanse in dienst bij par- man in. Tijdens het werk was het zweten en nog eens zweten, vooral in de zomer, en dan schaf ten in dat tochtige hok met je brood en koude thee. Velen zijn er behoorlijk ziek van geworden'. In totaal hebben zo'n 2200 men sen werk gehad in de verkaveling en het andere grondwerk. In die periode van eind 1930 tot half 1932 werd 28.250.000 m3 grond verplaatst. Dat komt neer op een laag van 14 cm over de hele Wieringermeerpolder. Die werkte van 's morgens 4 uur tot 's avonds 9 uur en maakte dagelijks ruim 8 km greppel. De greppelploeg 'Visser' groef in 9 uur 6 km. Het schaften werd gedaan in driewandige keet je in het veld. Dhr. De Vries vertelt daarover: 'De open zijde werd 's morgens van de wind gekeerd door de keet aan draagbalken op te tillen. Dat was de enige bescherming die we hadden. We konden er met acht Draineerders In 1936 solliciteerde Adriaan Adriaanse bij de Wieringermeerdirectie. Hij verdiende toen f 12,00 met een verwoning van f 1,00, maar voor de toekomst zocht hij de ruimte en misschien een kans om een eigen bedrijfje te beginnen. Maar eerst nog kwam er iemand langs om te kijken of ze schone lakens op bed hadden liggen en of het netjes was in hun huisje in Ovezande, Zuid-Beveland. Johan na, zijn vrouw voelde zich daar erg ongemak- ticulieren. Enkele jaren na de oorlog is hij be drijfsleider geweest en later was hij nog aan de slag in de weg- en waterbouw. Hij beëindigde zijn loopbaan bij de firma Beentjes als straten maker. Als Adriaan en Johanna het over konden doen, zouden ze niet voor de Wieringermeer gekozen hebben. Hun kinderen en vriendenkring heb ben hen ervan weerhouden terug te keren. Zij die de polder vorm gaven Vervoer drainagepotjes 26ste jaargang 2018/1, nummer 79

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2018 | | pagina 47