Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken Op ogenblikken dat de stroom het sterkst was en meer dan 3M. per seconde bedroeg bleek het nodig 3 tot 4 sleepboten voor één bak te plaatsen om deze tegen de stroom op te trekken. Ook de kranen hadden het zwaar te verantwoor den, maar hier bleek dat het nieuw gebouwde ma terieel geheel aan de verwachtingen voldeed, zodat de sluiting tot een goed einde kon worden gebracht'. Ten tweede: het sluitstuk van alles. In de ro man 'Zuiderzee' van Jef Last uit 1934 wordt mooi beschreven hoe bij stroomgeul De Vlieter het grote sluitstuk van de M.U.Z.-werken is gevierd. De persoon Auke uit het boek werkt op een bak, de nummer 61. Deze vervoerde klei, zand, grind en stenen. Aan het einde van de werken was de conditie niet zo best meer, er moest voortdurend gepompt worden. In de bovenge noemde roman wordt de feestelijk sluiting van de dijk gezien door de ogen van een gewone werknemer zoals Auke. 'Het is 28 Mei 1932, even na den middag, de zon, als de reflektor bij een tooneelvoorstelling, straalt op de honderden vlaggen van booten en jachten, zelfs de zee is in paradekostuum met den blauw uitwaaierenden schuimwit omzoomden branie kraag van den vloedstroom. Op het breede dek der gepavoiseerde oude veerboot Stavoren, staan, als in de gereserveerde loge van een reusachtig openluchttheater, de autoriteiten: de minister van Waterstaat, eenige hoofdambtenaren van zijn de partement, de voorzitter, onder-voorzitters en leden van den Zuiderzeeraad, het korps ingenieurs van de werken, hoofdambtenaren van Rijks en Provin cialen waterstaat en van het loodswezen, de leden van den Raad van Bestuur der M.U.Z., de uitvoerders en hun dames. Colijn houdt een toespraak. Met een enkelen tekst uit Johannes 4 herdenkt hij Lely, wijdt een woord van hulde aan de twee afgetreden direkteuren, herin nert bescheiden aan zijn eigen rol als voorzitter van den Zuiderzeeraad en besluit zijn rede kort en droog, zonder den dank aan God dien men verwacht had, zonder een woord over de arbeiders die den dijk gebouwd hebben, met een stereotiepe frase, alsof hij ergens een dorps burgemeester installeerde, of een kommissaris van politie met diens 25-jarig ambtsjubileum geluk wenschte. De wind brengt tot de 61 slechts een zwakke echo van het applaus op de Stavoren, het vaartuig van de genodigden, over. Auke houdt op met pompen en komt naar het roer toe: 'k Heb d'r genoeg van, moppert ie, we hebben de reis uit, laat de kast nou maar zinken'. De afwerking van de dijk kostte nog wel enkele jaren. Maar wanneer de M.U.Z. is opgeheven is mij helaas onbekend. Foto's: eigen beeldbank, Henk Braad. De MUZ-vlag is eigendom van het Wieringer Eilandmuseum Jan Lont. MUZ-park te Oosterland 26ste jaargang 2018/1, nummer 79

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2018 | | pagina 42