Zuiderzeewet 14 juni 1918
Historisch Genootschap
Wieringermeer
Rein Kooien
De wet die onze levensloop zo grondig
heeft bepaald bestaat dit jaar 100 jaar.
Natuurlijk zijn er wel meer wetten te noe
men die grote invloed op ons leven heb
ben gehad, de Bijzonder-Onderwijswet,
het Algemeen Kiesrecht, het Kinderwetje
van Van Houten, allemaal uit ongeveer
dezelfde tijd en allemaal wetten die ster
ke sturing gaven aan ons doen en laten.
Maar mijn beroepskeuze, het dak boven
mijn hoofd en de lucht die ik al die jaren
inadem zijn sterk bepaald door die Zui-
derzeewet.
Uiteraard spelen andere factoren ook een
rol. De keuze van mijn ouders om het
Brabantse te verlaten, mijn eigen keuze
om geen schoolmeester te worden en het
bezit van groene vingers gaven mede de
doorslag. Met het ontstaan van de Wieringermeer ontstond mijn plek.
Zo'n lotsbepalende wet moet nader bekeken worden. Die wet kent een lange voorgeschiedenis.
De geschiedenis en inpolderdrift
Allereerst een gedicht over polderland van H.Marsman.
Ondanks mist en somberte, er zijn mensen die graag in de polder
vertoeven. Echter met gedichten schrijven ontstaan geen polders
en met het lezen van gedichten alleen kom je nooit in een polder
terecht.
Om er te komen moet je er heen reizen of je voorouders onderna
men korter of langer geleden de grote reis naar het nieuwe land.
Voor u, voor ons allemaal is de polder de plek geworden waar we
leven, waar we wonen. Een gebied waar 100 jaar geleden de zee nog
heerste. Onvoorstelbaar eigenlijk dat zo'n groot project tot stand is
kunnen komen. Denkend aan de stennis die nu ontstaat als er in
een van onze dorpen een extra winkelbevoorradingsstraat gepland
lijkt te gaan worden dan is het vrijwel onvoorstelbaar dat de Zuider
zeewet er ooit doorheen kwam. Heel wonderlijk, al zat in die tijd de
maatschappij iets anders in elkaar.
ONTWERP VAN Wli'i'
Wij WM ,1 ïKLMINA, bij de gratie Coils, Koningin tier N^h-ilmnlm,
Prln.se."» vim Oranje-Nassau, enz,, enz., enz.
Allen, die deze ztillen zien of hooren lezen, salut! doen te wetenr
Al zou Wij in overweging genomen hebben, dut de ukiluJfiug van de
Zuiderzee en de droogmaking van gedeelten binnen die h Glutting In
kinds behing door het Rijk behooren te worden ondernomen;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State geboord, en mei gemeen
overleg der Staten'- Generaal, hebben goedgevonden en Verstaan bij dezei
Artikel 1
Op nader door Ons of van Onzcutwcge vast te stel Je a wijze wort Ie ri
voor rekening van den Staat:
A, de werken uitgevoerd, noodig;
1°, tot afsluiting van de Zuiderzee door een afsluitdijk, loopciulc
van de Noordhollandschc kust door het Anistcldicp naar het
eiland Wieriiujcn en van dit eiland naar de Piïeschc kiert bij
Piaam;
2°. voor de droogmaking van vier gedeelten van dc afgesloten
Zuiderzee en wel:
a. een noordwestelijk gedeelte,
b. een zuidwestelijk gedeelte,
c. een zuidoostelijk gedeelte,
d. een noordoostelijk gedeelte;
3°. tot voorziening in de belangen van waterkecrlng, afwatering en
scheepvaart, voor zooveel deze door de afsluiting en de droog
making geschaad worden;
POLDERLAND
Ik loop door ?t polderland
Onder den hellen regen;
oneindig' is het land,
oneindig zijn de wegen.
die naar de kimmen gaan;
in lage hemelstreken
heerscht tusschen zwarte kreken
het mistig licht der maan,
o, dertigstroomenland,
het volk dat u bewoont
versombert in krakeelen
die geld en God verdeelen,
purper en doornenkroon,
oneindig is het land,
oneindig zijn de wegen
die naar de kimmen gaan;
ik loop den morgen tegen
in 't mistig licht der maan.