Hulde aan de vrijwilligers
Een vrijwilliger vertelt.
Het Genootschap voor de geschiedenis
van Wieringermeer, zo was toen de
naam nog, vierde in 1997 het vijfjarig
bestaan met een tentoonstelling in het
gemeentehuis aan het Loggersplein,
het gebouw dat we tegenwoordig de
Cultuurschuur noemen. Daar begon
het. In de levensfase dat het voor
uitzien langzaam kantelt richting
terugkijken is een confrontatie met
tafels vol herinneringen aan een tijd
die je zelf hebt meegemaakt indruk
wekkend. Foto's, kaarten, bouwteke
ningen, gebruiksvoorwerpen, allemaal
zaken die tot een verleden behoren
waar je bij was. Dat pakt je. Tussen al
dat verleden lagen uiteraard ook in te
vullen formulieren waarop je je kon aanmelden
als lid. De dienstdoende gastvrouw was Tonny
Geers die met een vragende blik vrijwel ieder
een aanzette om zich op te geven. Dat lidmaat
schap leidde er toe dat je het Genootschap wat
beter ging volgen, krantenberichten, het lijfblad
de Kroniek en na de ingebruikname in 2000 af
en toe een bezoek aan het Genootschapshuis in
Middenmeer en natuurlijk de boeken.
Al na een paar visites in het Genootschapshuis
kwam de vraag: wil je gastheer worden? Zonder
al teveel bedenktijd zeg je daar ja op, de gelei
delijke afbouw van je beroepsverplichtingen
maakt dat mogelijk. En dan begint het fameuze
inroosteren. Tweemaal per jaar onder het genot
van een taartje mag je aangeven wanneer het
je past om je gidstaak te komen vervullen en
je moet vlug zijn om een plaatsje op de lijst te
veroveren. Gids-zijn is gezellig en vooral leer
zaam. Bezoekers komen tenslotte vrijwel altijd
met vragen, vragen waarop vaak het antwoord
alleen in het archief te vinden is. Na een groot
aantal zaterdagmiddagen leer je ook daar de
weg kennen. Ons korte maar rijke verleden
opent zich stap voor stap.
In het bestuur
En als er bij gelegenheid een bestuurslid af
treedt kan het gebeuren dat er op een onopval-
lende manier en met een zorgelijk gezicht aan
je gevraagd wordt of je niet wilt komen helpen
om de boel draaiende te houden.
Die vraag gaat vergezeld met de verzekering
dat het slechts gaat om ongeveer 6 vergaderin
gen per jaar. Dat neem je voor waar aan en je
zegt pardoes ja. Dan mag je meebeslissen over
de aanschaf van een nieuwe printer, een bea-
mer, een ontvochtiger, een telefoonverbinding
en wat dies meer zij. Vragen zoals, gaan we zelf
schilderen, hoe werven we meer leden, kan de
Kroniek in kleur gedrukt worden, hoe houden
we de website in de lucht, komen langs. Als be
stuurder moet je regelmatig als vertegenwoor
diger van het Genootschap naar buiten treden,
de poldergeschiedenis verdedigen of uitdragen.
Binnen de kortste tijd word je 'Historie'. Je
maakt wat mee! De naamsverandering, het
nieuwe logo, het kinderboek 'Wieringermeer
voor ons gemaakt', opheffing gemeente Wierin-
germeer, rumoer rond het Joods Werkdorp, de
ondergang van de Oude Beurs, de ontwikkeling
van Agriport, Beloofd Land in het Domeinkan
toor, de verhuizing naar de Cultuurschuur, de
onderscheiding van Kees Meeuwsen en Willy
Maris, de cyclus 'Kroongetuigen'en nog veel
meer, want de geschiedenis blijft groeien.
Werkgroepen
Het Genootschap kent naast het bestuur een
Van Genootschapshuis naar Cultuurschuur
25ste jaargang 2017/3, nummer 78