Straatnamenrubriek: Prof. Granpré Molièrestraat
Vanaf 1929 presenteerde Granpré
Molière zijn ontwerpen voor de
hoofdkern en de omliggende dor
pen. Over de kleinere omliggende
kernen zei hij: 'De overige ne
derzettingen zijn gedacht als een
eenvoudige aanleg om een ruim
grasveld, waarbij de voornaamste
openbare gebouwen aansluiten,
en een omgrenzing van laantjes
in geboomte. Ze liggen ter zijde
De Wieringermeerpolder viel in 1930 als eerste
van de vijf aan te leggen polders droog. Twee
jaar later werd het laatste gat in de Afsluitdijk
gesloten en hield de Zuiderzee op te bestaan:
het IJsselmeer was geboren. In de Wieringer
meer werd Granpré Molière vanaf 1926 esthe
tisch adviseur. Hij gold destijds als een van de
meest vooraanstaande architect-stedenbouw
kundigen. Het hoofdverkavelingsplan en het
wegenplan van de Wieringermeerpolder lagen
al grotendeels vast omdat deze werden bepaald
door waterbouwkundige en landbouwkundi
ge eisen. Granpré Molière moest zich vooral
bezighouden met het ontwerp en de ligging
van de dorpen. Deze lagen op kruispunten van
wegen en kanalen. Hij werd vanaf 1927 betrok
ken bij de uitwerking van de verkaveling. Hij
schreef in eerste instantie nota's, om grip te
krijgen op de inwonersaantallen en de samen
stelling van de toekomstige bevolking van de
Wieringermeer en zijn dorpen. Hij schatte dat
het poldercentrum (Wieringerwerf) maximaal
4.000 inwoners zou omvatten (grotere land-
bouwdorpen kende Nederland niet) en de ove
rige kernen minder. De bebouwing werd in het
begin geconcentreerd in de drie centrale ker
nen: Wieringerwerf, Slootdorp en Middenmeer.
In 1927 werd hij adviseur van de Dienst der
Zuiderzeewerken in verband met het ontwerp
van de dorpen en het landschap van de Wie-
ringermeerpolder. Hij ontwierp ondermeer
de Dienstwoningen naast Gemaal
Lely aan de Zuiderdijkweg en nog
vele andere woningen.
van de hoofdverkeerswegen, waar ze overigens
onmiddellijk op uitmonden. Naar de eisen van
de situatie zal uiteraard elk dezer kernen een
eigen karakter verkrijgen'.1'
Net als in de Noordoostpolder speelt het vraag
stuk of de hoofdwegen door of langs de dorpen
moet lopen. De drie dorpen kregen alle een
brinkruimte met daaraan de winkelvoorzienin
gen, een dorpsbos en groen rondom het dorp
dat als windscherm diende. Elk dorp lag aan
een vaart met een loswal. In de drie dorpen van
de Wieringermeer werden de meeste woningen
gebouwd voor de landarbeiders, met diepe ka
vels (30-60 meter), waardoor de landarbeiders
over een eigen moestuin konden beschikken.
Er werden daarnaast middenstandswoningen
gebouwd en tevens enkele woningen voor
de notabelen van het dorp. Granpré Molière
ontwierp voor elk van de drie dorpen een sa
menhangend plan voor het landschap, de ste
denbouw en de architectuur in de stijl van de
Delftse School en gaf bij de presentatie van de
plannen aan dat dit niet de definitieve plannen
waren: 'Een uitbreidingsplan is geen bestek,
maar meer een beeld, dat men zich op een ze
ker tijdstip van de ontwikkeling voorstelt; het
kan niet worden gemist, want dan ontstaat er
chaos in plaats van orde; maar het kan even
min onwrikbaar worden vastgehouden, want
het leven voltrekt zich niet mechanisch'.1'
Eigen moestuin
De dienstwoningen nabij gemaal Lely (foto Ina Hoogenbosch)
25ste jaargang 2017/3, nummer 78